top of page

Wandelingen door de Tijd

Zicht op Kaster (Anzegem)
Zicht op Kaster (Anzegem)

 

Daarnet was ik weer op pad. Wandelend met onze hond Nelson door dezelfde straten, over dezelfde wegelingen die ik al bijna vijftien jaar doorkruis sinds we hier in Kaster wonen. Net de hoek om langs het pad en direct het weidse uitzicht. Kaster, Gijzelbrechtegem, Tiegem. Ik ken de bochten van de wegen, de bomen die elk seizoen een ander silhouet aannemen. Langs de wegen staan de huizen. Sommige krijgen een nieuwe laag verf, andere blijven onverstoorbaar hetzelfde, alsof de tijd er minder vat op heeft, nog andere verdwijnen compleet.

In al die jaren heb ik de seizoenen telkens weer zien passeren. De eerste voorjaarszon, de geur van vers gemaaid gras in de zomer, de vallende bladeren in de herfst, en die stille, ijzige ochtenden waarin elke ademhaling als een kleine wolk in de lucht hangt. Wandelen is kijken zonder haast. Je merkt hoe de natuur ademt, hoe de wereld beweegt.

Langs deze wegen liep ooit Stijn Streuvels. In zijn werk lees je zijn liefde voor de streek. Hoe hij dit landschap beschreef in zijn boeken, hoe hij de Vlaamse heuvels en velden niet zomaar als een decor zag, maar als iets levends, iets dat de mensen vormde en werd gevormd door hun arbeid. Ik wandel hier, door dezelfde streek die hem inspireerde, en ik herken de traagheid en de verandering tegelijk. Misschien zou hij ook geschreven hebben over die ene oude man die ik jarenlang zag zitten voor zijn huis, omringd door Vlaamse smartlappen uit een krakende luidspreker. Het huis is ondertussen weg, samen met de man en zijn muziek. Er staat reeds een ander huis in de plaats, alsof het vorige werd uitgewist.


 

In de verte Grijsloke (Gijzelbrechtegem)
In de verte Grijsloke (Gijzelbrechtegem)

Laatst las ik een uitspraak toegeschreven aan Democritos, een Griekse filosoof uit de 5e eeuw v.Chr.,  "De wereld is verval, het leven is perceptie". Hij staat bekend als een van de grondleggers van het atomisme en stelde dat alles in de wereld is opgebouwd uit ondeelbare deeltjes, atomen, die voortdurend in beweging zijn en zo de objecten en materie in deze wereld vormen en na verloop van tijd weer uiteenvallen, op weg om weer een andere vorm aan te nemen. Het idee van verval is een fundamenteel kenmerk van de natuur: alles is vergankelijk en verandering is onvermijdelijk, zo leer je telkens weer bij het voorbijgaan van de seizoenen. Het is ons lot om te gaan met verval. Het huis met de man en zijn muziek stond er, en nu niet meer. Het leek een blijvend onderdeel van de omgeving, maar in werkelijkheid was het slechts een voorbijgaande samenstelling, net als alles om ons heen.

En wat blijft er dan over? Alleen perceptie, herinneringen, verhalen. Ik herinner me de man, zijn muziek, de stoep voor zijn huis waar hij zat. Wat verdwenen is voor de één, kan in het hoofd van een ander blijven voortbestaan. Misschien is dat de echte kern van het leven: niet de materie, maar de manier waarop we die beleven en de manier waarop we materie omvormen tot vertellingen.

In de straat achter ons huis woont nu een Oekraïens gezin. Wandelend met Nelson langs het pad zwaai ik steeds naar hen. Op een dag maken we kennis. Joeri woont hier met zijn vrouw, dochter en schoonmoeder. Een stille man die met tranen in de ogen getuigde over zijn thuisland. Hij weet hoe vergankelijk alles is.


Nelson langs de wegen van Kaster
Nelson langs de wegen van Kaster

Het mooie aan wandelen is dat je de verandering niet in grote sprongen ziet, maar in kleine, subtiele tekens. Een gevel die opnieuw wordt gevoegd, een tuin die plots wild groeit, een huis dat donker blijft terwijl het vroeger altijd licht gaf. En door al die kleine veranderingen heen blijf ik lopen, als een getuige van de tijd, als een reiziger in mijn eigen vertrouwde wereld. Een wereld die, terwijl ik wandel, alweer aan het veranderen is.

Voor Nelson is elke wandeling een feest. Elke keer opnieuw alsof het de eerste keer is. Net als de hond Karenin in De ondraaglijke lichtheid van het bestaan” van Milan Kundera.


“Liefde tussen mens en dier is idyllisch. Ze kent geen conflicten, geen hartverscheurende scènes, geen ontwikkeling. Karenin omringde Tereza en Thomas met zijn leven gebaseerd op herhaling, en hij verwachtte van hen hetzelfde.

Als Karenin geen hond geweest was maar een mens, zou hij vast al lang tegen Tereza hebben gezegd: Hoor eens, ik baal ervan om elke dag met een croissant in mijn bek te lopen. Kun je niet iets nieuw verzinnen? Die zin omvat de gehele verdoemenis van de mens. De mensentijd draait niet in een cirkel, maar snelt in een rechte lijn vooruit. Dat is de reden waarom de mens niet gelukkig kan zijn, want geluk is het verlangen naar herhaling.' De ondraaglijke lichtheid van het bestaan van Milan Kundera pg. 340-341)

 

Denkend aan die laatste zin doe ik morgen misschien terug diezelfde wandeling?

 
 
 

Opmerkingen


bottom of page