Optimisme zonder hoop (2025) Tommy Wieringa
- Wouter Vanderstraeten
- 28 apr
- 3 minuten om te lezen

In zijn essay Optimisme zonder hoop, geschreven voor de 24e editie van de Maand van de Filosofie, stelt Tommy Wieringa een confronterende vraag: hoe kan hij nog optimistisch zijn nu de toekomst zelf onder onze voeten lijkt weg te glijden?
De klimaatcrisis vormt de kern van Wieringa’s betoog. Waar vroegere rampen – oorlogen, pandemieën, economische crisissen – de toekomst tijdelijk verduisterden maar uiteindelijk weer perspectief boden, is het bij de klimaatcrisis de toekomst zelf die structureel verdwijnt. Er zal geen "na de ramp" zijn waarin alles weer beter wordt. In rake, vaak poëtische bewoordingen brengt Wieringa deze fundamentele verschuiving onder woorden en toont hij de existentiële impact ervan, zowel op hemzelf als op ons allen.
Wieringa’s essay heeft een zeer persoonlijke toon, gekoppeld aan filosofische diepgang. Wieringa ziet verschillende manieren waarop mensen omgaan met de dreiging van de klimaatcrisis: van ontkenning tot relativisme, van escapisme tot naïeve hoop. Geen van deze strategieën blijkt toereikend en zal zeker geen hoop. Hoop is geschikt voor situaties die eindig zijn, maar niet voor een crisis die de toekomst zelf ondermijnt.
Zeer interessant is de verwijzing naar Candide, ou l'Optimisme (1759), het beroemde satirische werk van Voltaire. In Candide wordt de naïeve jongeling Candide door zijn leermeester Pangloss geleerd dat hij leeft "in de beste van alle mogelijke werelden", een filosofie die berust op onverwoestbaar optimisme, ongeacht de rampen die hen treffen. Voltaire maakte met deze satire korte metten met het idee dat al het lijden uiteindelijk een hoger doel dient — een scherpe kritiek op de al te gemakzuchtige, onrealistische vorm van optimisme.
Aan het einde van Candide trekt Voltaire uiteindelijk een andere conclusie: we moeten "onze tuin cultiveren" ("Il faut cultiver notre jardin"). In plaats van eindeloos te speculeren over het nut of de zin van het kwaad in de wereld, moeten mensen zich richten op concreet, zinvol handelen in het hier en nu. Niet theoretiseren, niet hopen op redding, maar praktisch en moreel aan de slag gaan.
Tommy Wieringa grijpt deze gedachte aan in Optimisme zonder hoop. Net als Voltaire benadrukt hij dat het niet gaat om hopen dat de toekomst vanzelf beter wordt, maar om verantwoordelijkheid nemen in het heden. Ook als de wereld misschien reddeloos lijkt, blijft het noodzakelijk "onze tuin te cultiveren" — kleine, concrete daden stellen om iets te behouden van wat waardevol is, zonder de illusie dat we het geheel kunnen redden. Wieringa radicaliseert die gedachte zelfs nog verder: waar Voltaire nog een zeker pragmatisme toont, roept Wieringa op tot handelen zonder enige verwachting dat het beter wordt. Niet omdat het hoopvol is, maar omdat het juist is. Door ons handelen te ontdoen van de noodzaak van succes, stelt hij, kunnen we cynisme vermijden en zinvolle actie mogelijk maken. Bomen planten, afval ruimen,... Niet focussen op wat al verloren is, maar verdedigen wat er nog te redden valt. Beschermen wat we kunnen, niet omdat we de wereld zullen redden, maar omdat het juiste handelen op zichzelf betekenisvol is.
Dit essay biedt geen concrete oplossingen voor de klimaatcrisis. Dit essay getuigt van morele ernst en een diep menselijk verlangen om ondanks alles niet te verzinken in cynisme of apathie. Wieringa’s laveert van weemoed naar strijdlust. Zijn pleidooi voor betekenisvol handelen zonder garantie op succes is zowel ontroerend als inspirerend. Consequent leven zonder de ander zijn manier van leven te verwijten.
In een tijd waarin veel stemmen ofwel vervallen in doemdenken ofwel valse hoop prediken, biedt Wieringa een derde weg: een nuchter optimisme. Zijn essay toont de weg om in het heden het goede te blijven doen - niet ondanks de afwezigheid van hoop, maar precies daardoor.
Comentarios