top of page

Toverberg (1924) Thomas Mann

ree

Ik las De Toverberg in de zomer van 2023, in de stille uren van lange middagen, zittend in de tuinkamer. Terwijl de regen zachtjes op het dak tokkelde, reisde ik — net als Hans Castorp — naar een wereld die zich langzaam aan de werkelijkheid onttrok. De sneeuw waarin hij zich hulde, was voor mij de sluier van regen buiten.


Het lezen werd op die manier een tocht omhoog, naar de ijle toppen van filosofie, tijdservaring en menselijke eindigheid. Terwijl Castorp op het balkon lag, gewikkeld in dekens, viel ook ik soms weg in een middagdutje, niet zeker van hoe lang ik gelezen of geslapen had. De tijd leek zich uit te rekken, stil te vallen zelfs.


Samen met Hans en zijn neef Joachim dwaalde ik door de gangen van het sanatorium, luisterde naar de monologen van Settembrini en Naphta, raakte gefascineerd door Clawdia Chauchat en verloor mezelf in de muzikaliteit van Manns zinnen. In zekere zin werd de roman mijn eigen Berghof: een plek van afzondering, bezinning, en uiteindelijk: verwarring én inzicht.


Over de auteur

Thomas Mann (1875–1955) wordt beschouwd als een van de grootste Duitse schrijvers van de twintigste eeuw. Zijn werk bevindt zich op het snijvlak van literatuur, filosofie en cultuurkritiek. Geboren in Lübeck in een welgestelde koopmansfamilie, groeide Mann op met een scherp bewustzijn van de burgerlijke waarden van zijn tijd. Toch zou hij zich in zijn literaire loopbaan regelmatig kritisch verhouden tot diezelfde burgerlijkheid. Hij won in 1929 de Nobelprijs voor de Literatuur, officieel voor zijn roman Buddenbrooks, maar zijn latere werken, waaronder Der Zauberberg (De Toverberg, 1924), Doktor Faustus (1947) en Joseph und seine Brüder (1933–1943), maakten zijn naam onsterfelijk.


Mann was diep beïnvloed door de filosofieën van Schopenhauer, Nietzsche en later Oswald Spengler, wiens werk Der Untergang des Abendlandes (De ondergang van het Avondland) een grote indruk op hem maakte. Spenglers idee dat westerse beschavingen onderhevig zijn aan cycli van bloei en verval sprak Mann aan in een tijd waarin de Europese wereldorde instortte door oorlogen, ideologische polarisatie en geestelijke leegte. In De Toverberg speelt deze culturele neergang een fundamentele rol. Het sanatorium in Davos fungeert als metafoor voor een zieke samenleving, afgesneden van de werkelijkheid en gevangen in introspectie, intellectueel escapisme en moreel relativisme. In Manns werk botsen rede en irrationaliteit, cultuur en barbarij, individualisme en totalitarisme, vaak verbeeld in de conflicten tussen personages die archetypisch staan voor ideologische krachten.


Over de roman


“Midden in de zomer reisde een eenvoudige jongeman van zijn geboortestad Hamburg naar Davos-Platz in Graubünden. Hij ging er voor drie weken op bezoek.”


Met deze ogenschijnlijk eenvoudige openingszin begint De Toverberg – een roman die zich gaandeweg ontpopt als een spirituele en intellectuele odyssee. De jongeman in kwestie is Hans Castorp, een burgerlijk-opgevoede Hamburgse ingenieur in opleiding, die slechts drie weken beleefdheidsbezoek denkt te brengen aan zijn neef Joachim Ziemßen in het sanatorium Berghof. Zijn bedoeling is helder: gauw terugkeren naar het laagland, naar de wereld van arbeid, orde en verantwoordelijkheden.


“Hans Castorp, de hoofdpersoon van De Toverberg, heeft wanneer hij afreist naar de Zwitserse bergen helemaal niet de intentie om de dagelijkse lasten van zich af te schudden en de tijd naar zijn hand te zetten. [...] De bedoeling is om gauw weer terug te keren in de schoot van zijn hardwerkende en welvarende burgerlijke familie.”


Maar eenmaal op de berg wordt Hans Castorp gegrepen door een wereld die volstrekt anders is. In de ‘ijle lucht’ van het sanatorium gelden andere wetten: tijd verliest zijn grip, ziekte is de norm, levensvragen krijgen voorrang op praktische beslommeringen, en het denken — hoe ongericht soms ook — vervangt het doen.


“God, ben ik hier pas één dag? Ik heb net zo’n gevoel, alsof ik al lang – al heel lang bij jullie hier boven ben.”


Wat begint als een kort bezoek, verandert in een verblijf van zeven jaar. Het lot grijpt in wanneer er op zijn longen een verdachte plek wordt ontdekt, en Hans besluit te blijven — met een mengeling van onbewuste overgave en intellectuele honger. Deze jaren vormen een Gedankenexperiment, waarin Castorp in aanraking komt met levensbeschouwelijke stromingen, filosofische tegenpolen en existentiële twijfel. De roman volgt zijn geleidelijke losmaking van de burgerlijke moraal en zijn ontwikkeling tot een man met eigen vragen — maar zelden met vaste antwoorden.


Het Berghof is een miniatuurwereld waarin alle grote thema’s van de Europese cultuur rond 1900 samenkomen. Thomas Mann introduceert een schare markante personages die ieder een aspect van het Europese geestesleven vertegenwoordigen. Ludovico Settembrini is de eloquente pleitbezorger van de rede, vooruitgang en humanistische waarden. Zijn tegenstrever, de jezuïet Leo Naphta, verdedigt een mystiek, autoritair wereldbeeld waarin geweld en onderwerping geoorloofd zijn. De twee voeren eindeloze debatten over de waarde van democratie, religie, vooruitgang en menselijke waardigheid.


“De tijd is actief, hij wordt geacht het een te brengen en het ander te leren: komt tijd, komt… wat eigenlijk? Verandering! [...] Omdat echter de beweging waaraan de tijd wordt afgemeten een kringloop is, in zichzelf besloten, is het een beweging, een verandering, die haast evengoed met rust en stilstand betiteld zou kunnen worden.”


Naast hen is er de sensuele en raadselachtige Clawdia Chauchat, de belichaming van eros en ziekte. Met haar ‘Kirgiezen-ogen’ en zwoele voorkomen trekt zij Castorp in een roes van verlangen. In het hoofdstuk Walpurgisnacht, dat zich symbolisch afspeelt op 29 februari — ‘een buiten de kalender vallende avond’ — verklaart hij haar op handen en voeten zijn liefde, in het Frans. In ruil ontvangt hij een röntgenfoto van haar borstkas: een beeld dat lichamelijkheid en vergankelijkheid tegelijk uitdrukt.


Later keert Clawdia terug met Mijnheer Peeperkorn, een charismatische figuur van wie nauwelijks te begrijpen valt wat hij zegt, maar die met zijn fysieke présence en vitaliteit het verbale geweld van de intellectuelen overstemt.


“Wanneer Peeperkorn sprak had hij niets gezegd; maar zijn hoofd wekte zo’n onmiskenbaar veelzeggende indruk […] dat iedereen [...] meende iets van het hoogste belang vernomen te hebben.”


Peeperkorn is het vleesgeworden ‘wil tot leven’, in contrast met de cerebrale discussies van Naphta en Settembrini. Zijn dood luidt de laatste, eenzame jaren van Castorps verblijf in.


Tegen het einde is Castorp niet langer een gast, maar een bewoner van de Toverberg. Zijn aanvankelijke nieuwsgierigheid en verwondering hebben plaatsgemaakt voor monotonie, herhaling en psychische verlamming. Hij leeft in wat Friedrich Nietzsche die ewige Wiederkehr des Gleichen noemde: een kringloop zonder verlossing.


“Het toen herhaalt zich immers voortdurend in het nu, en het daar in het hier.”


Toch is de roman niet nihilistisch. In de verstarring klinkt ook een roep om transcendentie — via muziek, liefde, filosofie, of zelfs het lijden zelf. Uiteindelijk is het de geschiedenis die de betovering verbreekt. De Eerste Wereldoorlog breekt uit, en Hans Castorp daalt weer af naar het laagland — als mens, maar vooral als drager van een ongewis lot. De roman eindigt met een melancholieke maar hoopvolle blik:


“En we hopen, dat het liefhebben hem niet te zeer vergemakkelijkt zal worden, en dat hij, op de bodem van zijn hart, in zijn jeugdige eenvoud, het lied van de liefde niet zal vergeten dat hem op de lippen kwam in het ogenblik van het hoogste gevaar.”


Hans Castorp: leerling van de Tegenpolen

Ludovio Settembrini is de eerste grote intellectuele invloed op Hans. Hij gelooft in de emancipatorische kracht van de rede en ziet in Hans een jonge geest die gevormd kan worden. Hij moedigt hem aan om zich te verzetten tegen passiviteit en ziekte, en om in de wereld te gaan staan als een verantwoordelijke burger. Voor Settembrini zijn literatuur en humanisme middelen tot beschaving, vooruitgang en vrijheid. Hij is overtuigd van het belang van democratie, mensenrechten en seculiere moraal — waarden die in Europa aan het begin van de twintigste eeuw onder druk kwamen te staan. Hij is daarmee de vertegenwoordiger van een progressieve, maar enigszins naïeve overtuiging dat de rede alle problemen kan oplossen.


Leo Naphta daarentegen is de tegenpool van Settembrini. Hoewel hij aanvankelijk door zijn zwijgzame aanwezigheid mysterieus blijft, ontwikkelt hij zich tot een scherpzinnige en cynische denker. Naphta staat voor de irrationaliteit, de mystiek, het geloof in dogma en orde. Hij verwerpt de liberale idealen van Settembrini als leeg en decadent, en verdedigt een wereldbeeld waarin autoriteit, geloof en zelfopoffering centraal staan. Zijn retoriek is doordrenkt van religieuze symboliek, maar ook van totalitaire tendensen. Hij rechtvaardigt geweld en dood als noodzakelijke middelen in de strijd voor spirituele verlossing. Zijn discussies met Settembrini ontaarden in een symbolische strijd om de ziel van Hans — en uiteindelijk zelfs in een duel dat eindigt met Naphta’s zelfmoord.


Hans staat tussen deze twee uitersten. Hij luistert aandachtig naar beide stemmen en neemt hun argumenten serieus. Toch kiest hij nooit volledig voor één van hen. Settembrini’s optimisme spreekt hem aan, maar voelt soms te oppervlakkig; Naphta’s diepzinnigheid en dramatiek fascineren hem, maar beangstigen ook. De spanning tussen deze twee denkers dwingt Hans om zelf na te denken, om vragen te stellen over de zin van het leven, de betekenis van de dood, en zijn eigen plaats in de wereld. Zijn groei bestaat niet uit het vinden van een definitieve waarheid, maar in het doorleven van het conflict — een proces dat hem rijper, maar ook tragischer maakt.


Het Midden als Filosofische Positie

Hans Castorp vertegenwoordigt het "idee der Mitte", het streven naar een gematigde, evenwichtige houding te midden van ideologische extremen. Hij weigert zich volledig te binden aan dogma’s, zoekt voortdurend naar synthese en nuance, en toont een bereidheid om verschillende gezichtspunten in overweging te nemen. In een tijd van groeiende polarisatie — de aanloop naar de Eerste Wereldoorlog — staat Hans’ positie symbool voor een zeldzame, maar noodzakelijke intellectuele openheid.


Toch is Hans’ positie niet zonder tragiek. Hij ontwikkelt zich, maar blijft ook gevangen. Zijn zoektocht leidt niet tot een duidelijke uitkomst. Tegen het einde van de roman, wanneer de oorlog uitbreekt, zien we Hans verdwijnen in de modder van het slagveld. Zijn ontwikkeling, hoe rijk en intens ook, lijkt geen bescherming te bieden tegen de waanzin van de geschiedenis. Het "idee der Mitte" mag dan wijs en nobel zijn, maar het biedt geen garantie op overleving of triomf.


De Toverberg en zijn tijd

De Toverberg is niet alleen een Bildungsroman of een ideologisch experiment, maar ook een cultuurhistorisch document. De roman werd geschreven in een periode van diepe maatschappelijke, intellectuele en politieke onrust — jaren waarin Europa op drift raakte. Thomas Mann schreef zijn roman tussen 1913 en 1924, een tijd waarin velen de ondergang van de Europese beschaving voelden naderen.


De invloed van Oswald Spenglers Der Untergang des Abendlandes (1918–1922) is hier veelzeggend. Spengler stelde dat culturen net als organismen een levenscyclus doormaken: geboorte, bloei en onvermijdelijke neergang. Europa, zo stelde hij, had zijn creatieve fase achter zich gelaten en bevond zich in een periode van steriele beschaving — technocratisch, bureaucratisch, geestelijk uitgeput. Thomas Mann kende Spenglers werk goed, getuige ook zijn eigen lovende woorden: “Een intellectuele roman van de eerste orde.” Hoewel Mann zich niet volledig met Spenglers cultuurpessimisme identificeerde, was hij, net als zijn tijdgenoten, diep gefascineerd door het idee van historisch verval.


De Duitse historicus Philipp Blom noemt de periode waarin De Toverberg zich afspeelt — grofweg van 1900 tot het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog — de duizelingwekkende jaren. Het was een tijd van ongekende technologische en culturele veranderingen. Het einde van de negentiende eeuw bracht niet alleen het geloof in vooruitgang, maar ook een groeiend besef van moreel en spiritueel vacuüm. Het sanatorium in Davos weerspiegelt precies dit: een plek buiten de tijd, waar oude zekerheden vervagen en de toekomst ongewis is.


De roman resoneert met de snelle opkomst van nieuwe ideeën en disciplines die het wereldbeeld van de mens ingrijpend zouden veranderen:


  • Charles Darwin's The Origin of Species (1859) had inmiddels diepe sporen nagelaten. Evolutie werd niet alleen in de biologie toegepast, maar ook in filosofie en sociologie. De ‘Internationale Bond voor de Organisatie van de Vooruitgang’, waar Settembrini deel van uitmaakt, geloofde dat de mens zichzelf moreel en rationeel kon vervolmaken — een optimistische lezing van Darwins ideeën. Tegelijkertijd leidde dezelfde denktrant tot meer sinistere stromingen zoals eugenetica en rassenleer, die menselijke ‘verbetering’ koppelden aan biologische zuivering.


  • Sigmund Freud bracht rond de eeuwwisseling het onderbewuste in kaart. Zijn theorie dat verdrongen herinneringen en onbewuste verlangens ons gedrag sturen, vond weerklank in het sanatorium. Krokowski’s ‘zielsontledingen’ en lezingen over het droomleven zijn directe echo’s van Freuds denken. In De Toverberg is het onderbewuste geen esoterisch bijverschijnsel, maar een wezenlijke kracht in het menselijk handelen — een gebied waar ratio en wil geen controle over hebben.


  • De medische technologie, zoals het röntgenapparaat van Wilhelm Röntgen, krijgt een centrale rol in de wereld van het Berghof. Röntgenstraling, ontdekt in 1895, gaf letterlijk een inkijk in het menselijk lichaam — en symbolisch in de kwetsbaarheid ervan. In De Toverberg is het doorlichtingsapparaat een alledaags hulpmiddel, maar ook een beeld voor de ‘transparantie’ die moderniteit belooft: het onzichtbare zichtbaar maken, het innerlijk blootleggen. Dat men pas later de schadelijke gevolgen ontdekte, onderstreept het dubbelzinnige karakter van wetenschappelijke vooruitgang.


Politiek: Europese spanning en de aanloop naar de oorlog

Duitsland stond rond 1900 op het hoogtepunt van zijn industriële en wetenschappelijke macht. Het was een jonge natie, hongerig naar een dominante rol op het wereldtoneel. De rivaliteit met Groot-Brittannië en Frankrijk nam toe, bondgenootschappen werden gesmeed, en Europa raakte in een web van militaire en diplomatieke spanningen.


De moord op de Oostenrijkse kroonprins Franz Ferdinand in 1914 — het beruchte schot in Sarajevo — leidde tot het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Deze gebeurtenis, die door de historicus Golo Mann later werd aangeduid als die Mutterkatastrophe, markeerde het einde van de oude wereld. Het utopisme van de negentiende eeuw — met zijn geloof in vooruitgang, beschaving en rede — maakte plaats voor desillusie, geweld en massale destructie.


In De Toverberg komt deze dreiging langzaam maar onafwendbaar dichterbij. De Berghof is ogenschijnlijk afgesloten van de wereld, maar die wereld lekt via de debatten van Settembrini en Naphta, via dromen en ziekten, voortdurend binnen. Aan het slot verlaat Hans Castorp het sanatorium om aan het front zijn lot tegemoet te gaan — het is de onontkoombare terugkeer naar de geschiedenis.


Conclusie

De Toverberg is veel meer dan een roman over een jonge man in een sanatorium; het is een diepgravende, symbolisch geladen verkenning van de Europese geestesgeschiedenis in crisis. Thomas Mann verweeft biografische, filosofische en historische elementen tot een caleidoscopisch verhaal over ziekte, tijd, dood, liefde, en vooral: ideeën.


In de figuren Naphta en Settembrini toont hij de botsing van twee wereldbeelden — religieus fanatisme versus verlicht humanisme — die Hans Castorp dwingen om na te denken over zijn eigen positie. Zijn weigering om zich volledig aan één zijde te binden, maakt hem tot de belichaming van het "idee der Mitte", een concept dat in onze eigen tijd nog steeds van groot belang is. Thomas Mann laat ons zien dat echte vorming niet voortkomt uit zekerheid, maar uit het doorleven van twijfel.









 
 
 

Opmerkingen


bottom of page