The Return of History and the End of Dreams (2008) Robert Kagan
- Wouter Vanderstraeten
- 10 jul
- 4 minuten om te lezen

Robert Kagan schreef in 2008 The Return of History and the End of Dreams (2008). Wat toen een scherpe waarschuwing leek, blijkt vandaag opvallend profetisch. Daarin stelde hij dat de geschiedenis niet verdwenen is, maar terug is van nooit weggeweest. De hoop op een vreedzame, op regels gebaseerde wereldorde maakt plaats voor machtspolitiek, rivaliteit en ideologische strijd. Het boekje staat al jaren in mijn boekenkast, maar lees ik nu pas voor de eerste keer. Het geeft me de mogelijkheid om terug te blikken op Kagans analyse en zijn voorspellingen te toetsen aan de realiteit van vandaag. Zijn centrale stelling – dat de 21e eeuw niet het einde van ideologische strijd zou brengen, maar juist een heropleving ervan – blijkt actueler dan ooit.
Een Tijd van Hoop?
Na de val van de Berlijnse Muur in 1989 leek de wereld een nieuwe richting in te slaan. Veel mensen dachten dat democratie en vrijheid overal zouden winnen. Economische groei zou leiden tot politieke vrijheid. Oorlogen tussen staten zouden verdwijnen en plaatsmaken voor wereldwijde samenwerking en gedeelde waarden. Denkers zoals Francis Fukuyama spraken zelfs over "het einde van de geschiedenis" en het idee dat de liberale democratie de ultieme staatsvorm zou worden.
De Europese Unie werd gezien als een model voor de toekomst: een postmoderne orde gebaseerd op samenwerking, gedeelde soevereiniteit en vrede door handel. Deze droom hield geen stand. Westerse beleidsmakers geloofden in een soort historisch determinisme: zodra landen rijker werden, zou een middenklasse ontstaan die politieke rechten zou opeisen. Volgens Kagan hebben veel westerse landen te lang gedacht dat hun waarden vanzelf zouden zegevieren, maar ondertussen hebben autocratische machten zich opnieuw georganiseerd.
Toch stelt Kagan ook kritische vragen bij het Westen zelf. Hoewel ze zich graag presenteren als kampioenen van mensenrechten en democratie, handelden westerse landen vaak pragmatisch of hypocriet. Ze steunden autoritaire bondgenoten zoals Saoedi-Arabië of Egypte, zolang die maar stabiel waren of economische voordelen boden. Ook militaire interventies zoals in Irak (2003) werden verkocht als bevrijding, maar dienden evengoed geopolitieke belangen. Zulke tegenstrijdigheden ondermijnen het morele gezag van het Westen en maken zijn boodschap minder geloofwaardig.
Het Westen en zijn antagonisten
Kagan wijst erop dat liberale denkers vaak doen alsof hun waarden neutraal of universeel zijn, maar dat ze in werkelijkheid ideologisch en soms zelfs opdringerig zijn. Dat roept verzet op, vooral bij autocratieën die vrezen voor inmenging en regimeverandering.
Rusland voelt zich achtergesteld door het Westen, vooral door de uitbreiding van de NAVO tot in voormalige Sovjetgebieden. Die gekrenkte trots doet denken aan Duitsland na de Eerste Wereldoorlog. Onder Poetin probeert Rusland zijn invloedssfeer te herstellen, zoals zichtbaar bij de annexatie van de Krim en de oorlog in Oekraïne.
China wil erkend worden als wereldmacht, maar wijst het westerse democratische model af. Het biedt een alternatief: economische groei zonder politieke vrijheid. Voor veel landen lijkt dit aantrekkelijker dan het vaak betuttelende liberalisme van het Westen. China gebruikt zijn economische macht om invloed uit te oefenen en autocratische regimes te steunen.
Kagan ziet het islamitisch fundamentalisme als gevaarlijk, maar geen blijvende bedreiging. Bewegingen als IS hebben geen duurzaam systeem. Uiteindelijk zal de aantrekkingskracht van moderniteit en ontwikkeling het winnen. Toch blijft religieus extremisme een reëel probleem, vooral voor seculiere samenlevingen.
Naast Rusland en China noemt Kagan ook andere landen die geopolitiek actiever worden:
Japan legt zijn terughoudende houding af.
India groeit uit tot regionale macht, hoewel het zelf een democratie is.
Iran mengt religie met geopolitieke ambities.
Democratie vs. Autocratie: de Centrale Strijd
Kagan gelooft dat de 21e eeuw zal draaien om de strijd tussen democratische en autocratische regimes. Die strijd hoeft geen oorlog te worden, maar zal vaak gevoerd worden via invloed, handel, technologie en ideologie. Toch kunnen spanningen ook leiden tot gewapende conflicten, zoals duidelijk blijkt uit de oorlog in Oekraïne. Ruslands invasie van Oekraïne toont hoe autocratische regimes hun macht en invloed met militaire middelen willen uitbreiden, vooral wanneer ze zich bedreigd voelen door de uitbreiding van westerse instellingen zoals de NAVO. Deze oorlog is daarmee een harde confrontatie tussen het autocratische Rusland en het democratische Oekraïne, maar ook een breder conflict over de toekomst van de wereldorde. Autocratieën zoals Rusland en China bieden een alternatief model van bestuur aan, dat voor sommige landen aantrekkelijk is omdat het politieke vrijheid vaak onderdrukt en daarmee chaos en onzekerheid wil vermijden. Dit alternatief staat haaks op de liberale idealen van democratie en vrijheid die het Westen uitdraagt.
Een Wereld van Macht, Geen Harmonie
Na de Koude Oorlog werd gehoopt op een postmoderne wereld van samenwerking, waarin internationale regels en gedeelde waarden zouden domineren. Maar volgens Kagan is de realiteit harder: de wereld normaliseert zich opnieuw rond macht, status en geopolitieke concurrentie. De hoop op universele orde maakt plaats voor een multipolaire wereld, waarin verschillende grootmachten strijden om invloed.
Er is nog altijd één supermacht — de Verenigde Staten — maar die positie is anno 2025 verder afgebrokkeld. De Amerikaanse binnenlandse verdeeldheid, twijfels over het buitenlands beleid en het tanende vertrouwen in democratische instellingen hebben de globale invloed van de VS verzwakt. Tegelijkertijd hebben landen als China, Rusland, India en Iran hun positie versterkt. Ze profileren zich assertiever op het wereldtoneel, zowel economisch als militair.
Hoewel Amerikaanse macht wereldwijd vaak bekritiseerd wordt, waarschuwt Kagan dat het alternatief – een wereld waarin autocratieën zoals China of Rusland de normen bepalen – voor veel mensen nog beangstigender is. Niet omdat het Westen foutloos is, maar omdat de alternatieven minder ruimte laten voor vrijheid, kritiek en zelfbeschikking. Kagan ziet daarom geen harmonie, maar een wereld waarin macht en belangen opnieuw de boventoon voeren.
Hoop met Realisme
Kagan blijft op twee gedachten hinken. Aan de ene kant gelooft hij dat machtspolitiek en rivaliteit niet verdwijnen. Aan de andere kant houdt hij vast aan het idee dat liberale democratie en vrije markt op lange termijn het sterkste model zijn – niet omdat ze superieur zijn, maar omdat ze aansluiten bij menselijke behoeften, maar ze zullen niet vanzelf zegevieren. Ze vereisen inzet, samenwerking én zelfreflectie.
“Met het vervliegen van de dromen uit de periode na de Koude Oorlog dient de liberale democratische wereld zich te beraden op een reactie. […] De geschiedenis is terug, en de democratische naties moeten hun geschillen bijleggen om er vorm aan te geven. Doen ze dat niet, dan zullen anderen dat in hun plaats doen.” – Robert Kagan
Opmerkingen