Over nationalisme (1945) George Orwell
- Wouter Vanderstraeten
- 2 jul 2024
- 4 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 9 jul 2024
George Orwell stelde zichzelf als schrijver, essayist en journalist tot doel om de mechanismen en gevaren van totalitarisme, sociale onrechtvaardigheid en machtsmisbruik bloot te leggen. Vanuit zijn ervaring als koloniaal ambtenaar stond hij kritisch tegenover het Britse kolonialisme en inspireerde zijn eerste roman, "Burmese Days" (1934). Hij koos er zelf voor in armoede te leven en werkte als leraar en boekhandelaar terwijl hij zijn literaire carrière opbouwde. Zijn direct contact met de arbeidersklasse en met de ongefortuneerden in de samenleving beschreef hij in "Down and Out in Paris and London" (1933). In 1936 reisde hij naar Spanje om te vechten tegen het fascisme in de Spaanse Burgeroorlog, wat leidde tot zijn boek "Homage to Catalonia" (1938), waarin hij de interne conflicten binnen de linkse bewegingen beschrijft. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werkte Orwell voor de BBC en als journalist. Zijn ervaringen en observaties tijdens deze periode beïnvloedden zijn bekendste werken, "Animal Farm" (1945) en "1984" (1949). Deze boeken zijn krachtige allegorieën die de gevaren van totalitarisme en ideologische conformiteit bekritiseren.
Een opvallend aspect van 1984 is de rol van taal als schepper van een nieuwe werkelijkheid. In 1984 is dit de Newspeak, een kunstmatige taal die door de totalitaire staat Oceanië wordt gebruikt om controle uit te oefenen over de bevolking. Het doel van Newspeak is om de mogelijkheid van subversieve gedachten te elimineren door de woordenschat drastisch te beperken en taalstructuren te simplificeren.
In het voorwoord bij het essay "Over nationalisme" maakt Bas Heijne de link met de oorlog in Oekraïne die door Poetin steevast een speciale militaire operatie wordt genoemd. Daarnaast merkt Heijne ook op dat de boodschap van Orwell door de verschillende partijen wordt gebruikt of misbruikt. Hierdoor dreigt Orwell en zijn denken een instrument te worden om de tegenpartij te veroordelen. Zeker in een tijd waar het belang van waarheidsvinding ondergeschikt wordt aan emotionele zelfbevestiging. Feiten doen er enkel toe zolang ze de heersende visie ondersteunen. Taal die ingezet wordt om een ideologie te ondersteunen is indirecte en gecorrumpeerde taal. Via die taal wordt een vals beeld van de werkelijkheid geschapen en wordt dat vals beeld de werkelijkheid zelf. Heijne prijst ook Orwells toewijding aan eerlijkheid en moraliteit in zijn geschriften en het feit dat hij zichzelf steeds in vraag stelt. Orwells weigering om zich te laten meeslepen door ideologische verblinding en zijn streven naar een objectieve waarheid maakt van hem blijvend een belangrijke stem in het maatschappelijk debat.
In zijn essay "Over nationalisme" geschreven in 1945, bespreekt George Orwell het begrip nationalisme en onderscheidt hij dit van patriottisme. Hij onderzoekt hoe nationalistische denkwijzen en gedragingen invloed hebben op individuen en samenlevingen. Orwell definieert nationalisme als de obsessieve identificatie met een enkele natie of andere eenheid (zoals een politieke ideologie, ras, of religie), die leidt tot een verlangen om de macht en prestige van die eenheid te vergroten. Terwijl patriottisme volgens Orwell de liefde voor het eigen land betekent en de wens om het te verbeteren zonder anderen te overheersen.
Orwell onderscheidt een aantal eigenschappen van nationalisme:
Obsessie. Nationalisten zijn vaak overdreven bezorgd over de status van hun groep en zien elke gebeurtenis door de lens van hoe het hun groep beïnvloedt. ‘De kleinste belediging van zijn eigen groep of ieder vermeende lofzang op een rivaliserende organisatie vult hem met een onrust die hij alleen kan verdrijven door een of andere felle repliek te geven.’
Instabiliteit. Nationalistische loyaliteit kan snel veranderen. Orwell beschrijft hoe nationalisten van de ene ideologie naar de andere kunnen springen als de omstandigheden veranderen.
Onverschilligheid voor de werkelijkheid. Nationalisten hebben vaak de neiging om feiten te negeren of te verdraaien om hun overtuigingen te ondersteunen. Dit leidt tot een vervormde perceptie van de werkelijkheid. Wat goed of fout is, hangt af van wie de daad verricht. Een terrorist voor de ene is een held voor de ander. “Alle nationalisten hebben het vermogen om voorbij te gaan aan overeenkomsten tussen vergelijkbare verzamelingen van feiten. Een Britse tory (conservatief) zal in Europa opkomen voor zelfbeschikking maar er in India juist tegen strijden zonder een gevoel van inconsistentie.” Het morele kader kan steeds aangepast worden naar de omstandigheden. ‘De nationalist keurt de wandaden die zijn eigen kant begaat niet alleen niet af, maar hij heeft de wonderlijke gave om er niet eens iets over te horen. Zes jaar lang waren de Engelse bewonderaars van Hitler in staat om niets te horen over het bestaan van Dachau en Buchenwald.’Het is dus belangrijk om je eigen vooringenomenheden te onderkennen, alleen dan kun je ‘voorkomen dat ze je denkvermogen verpesten,’ aldus Orwell. Dat vereist een permanente kritische dialoog van het individu met zichzelf. Een dialoog waartoe slechts weinig mensen bereid zijn.
De centrale boodschap die Orwell wil meegeven is om in eerste instantie naar jezelf te kijken. Al te makkelijk wordt er naar de ander gewezen of ook omgekeerd dat we de ander kritiekloos in de armen sluiten. Het is in een tijd van een lawine aan informatie steeds belangrijk om kritisch na te denken. Hoe kom ik aan mijn standpunten? Op welke manier ben ik partijdig, en waarom? Orwell doet dan ook een oproep op om de ogen niet te sluiten voor feiten die niet goed uitkomen binnen het eigen denkkader of zelfs haaks staan op de eigen overtuiging. Wees steeds op je hoede voor je eigen partijdigheid, wees steeds bereid tot zelfkritiek.
Comments