Niemandsland (1991) Pat barker
- Wouter Vanderstraeten
- 30 jun 2023
- 4 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 16 nov 2024

“Deze verklaring is een daad van openlijk ongehoorzaamheid aan het militair gezag, omdat ik geloof dat de oorlog opzettelijk wordt voortgezet door diegene die de macht hebben hem te beëindigen. Ik ben een soldaat die het opneemt voor soldaten. Ik ben van mening dat deze oorlog, waaraan ik begon toen het een oorlog ter verdediging en bevrijding was, nu een oorlog van agressie en verovering is geworden (…) Ik heb het lijden van de troepen gezien en ook zelf ondergaan en ik kan niet langer bijdragen aan een voortzetten van dit lijden ten behoeve van doelstellingen die ik slecht en onrechtvaardig acht(…) Namens hen die op dit moment lijden, protesteer ik tegen het bedrog waarvan zij het slachtoffer zijn. Tevens denk ik dat ik behulpzaam kan zijn bij het wegnemen van de keiharde zelfingenomenheid van de meerderheid van de mensen thuis ten aanzien van het voortduren van deze kwellingen, waarvan zij zelf geen deel hebben en waarvoor ze niet voldoende verbeelding hebben om zich te realiseren wat het betekent." Uit mijn oorlog – De verklaring van een soldaat S.Sassoon, 1917

De verklaring van Sassoon vormt het startpunt voor het boek “Niemandsland”. Dit boek is het eerste deel van de trilogie “Weg der geesten” van Pat Barker. In Niemandsland volgen we de bekende poëet Siegfried Sassoon. Zelf ondertekende hij zijn gedichten met S. Sassoon omwille van zijn Duitse voornaam.
Sassoon die net als zovelen uit liefde voor het vaderland ten strijde trok en zich onderscheidde wegens moed op het slagveld, raakte net als zovelen gedesillusioneerd door de wreedheid en de incompetentie van zijn bevelhebbers. Toen hij op herstelverlof het enorme contrast zag tussen de massale slachting in Vlaanderen en Noord-Frankrijk en het rustige leven in Groot-Brittannië groeide zijn afkeer en vond hij aansluiting bij een aantal prominente pacifisten. Dit bracht hem tot het schrijven van bovenstaande tekst. Een tekst als deze zou voor een gewone sterveling volstaan om naar het vuurpeloton doorverwezen te worden. De bekendheid en de heldenstatus van Sassoon weerhield de krijgsraad van deze beslissing. Daarom werd hij in het Craiglockhart War Hospital opgenomen voor een verplichte rust. Op die manier kon men laten blijken dat hij wat verdwaasd was op het moment dat hij zijn protest schreef.
In Craiglockhart werd hij behandeld door dokter Rivers, een autoriteit in de behandeling van posttraumatische stressstoornissen. Jonge mannen die voor de rest van hun leven verder moeten als geesten. Volledig ontdaan van elke illusie op een normaal leven. De psychosomatische klachten waren zeer gevarieerd: ongecontroleerd trillen, stotteren, nachtmerries, paniekaanvallen,… Eén patiënt slaagde er niet in om tot eten te komen. Tijdens een Duitse mortierinslag vloog hij meters in de lucht en landde met zijn gezicht in een opengereten buik van een lijk in niemandsland. Nog net voor hij het bewustzijn verloor, smaakte hij het ontbindend vlees van de ongelukkige in zijn mond. Sassoon ontmoette er ook de dichter Wilfred Owen, op wie hij grote invloed uitoefende en wiens werk hij ook na de oorlog in de belangstelling bracht. Owen zou de oorlog net niet overleven.
Lofzang op gedoemde jonge gasten Wilfred Owen (1893 – 1918) Welk klokgelui betaamt voor wie vergaan als dieren? Alleen het monsterlijke woeden van mortieren. Of neen, alleen de ratel van een mitraillette - Geen mens raffelt zo schoon een laatste schietgebed. Voor hen geen bel of toeters, krans of kerkhofblom. Geen treurmuziek - tenzij stampei van die orkesten Die slechts bestaan uit slagwerk van kartets en bom En bugels, jankend over droevige gewesten. Waar brandt hun kaars? De vlam die hun ten afscheid heet? Niet in de hand van jonge broertjes. In hun ógen Laat nooit het vuur dat hen gedenken zal zich doven. De bleekheid van verloofdes dient hun lijk tot kleed. Eén bloem: de tedere berusting der beminden. En elke schemering: het luiken van de blinden. Vertaling (van Tom Lanoye)
Sassoon weigerde verder deel te nemen aan een zinloze slachting, maar voelde dat later toch als verraad van zijn medestrijders in Frankrijk. Hij werd naar Palestina gestuurd, vanwaar hij weer teruggestuurd werd naar Frankrijk. Daar raakte hij voor de derde keer gewond. Hij beëindigde de oorlog in de rang van kapitein. Hier eindigt het boek “Niemandsland”.
Na de oorlog zal Sassoon terugkeren naar Ieper om de Menenpoort te aanschouwen en volgend gedicht te schrijven, Bij het passeren van de nieuwe Menenpoort.
Wie denkt nog deze hoge poort passerend Aan de niet roemrijke doden, het kanonnenvlees? Wie wast de stank weg van hun lot, van hun vuil bestaan Gedoemd, bijeengedreven, zegeloos, bevreesd Brutaal herbouwd houdt dit Salient nu zelve stand Voormalig voorpost onder vuur van elke kant Zijn schimmige beschermers zijn met praal betaald Met dure steen, van vrede zat en arrogant Soldij voor wie verrot is in verzopen land Hier etterde de wereld het meest En dat verwoord die trotse poort nu zo: “Hun namen leven voort” Liet ooit een offerande zich zo zeer beschamen Als door deze ondragelijke naamloze namen Ach, stonden zij maar op, door strijd en slijk verslonden Ten spot tegen die tombe, van de schande en de zonde. Siegfried Sassoon, 1927 (vertaling Piet Chielens)
Comments