top of page

Judas: The Troubling History of the Renegade Apostle (2015) Peter Stanford

  • Foto van schrijver: Wouter Vanderstraeten
    Wouter Vanderstraeten
  • 18 mrt 2024
  • 13 minuten om te lezen

Bijgewerkt op: 29 mrt 2024



In de Bijbel heb je veel tot de verbeelding sprekende figuren. Dit boek handelt over waarschijnlijk een van de meest interessante Bijbelse figuren. "Judas: The Troubling History of the Renegade Apostle" is een boek geschreven door Peter Stanford. Het boek is in drie delen verdeeld, waarbij:

  • het eerste deel zich bezighoudt met het bewijsmateriaal, waarbij de naam van Judas wordt geanalyseerd, de Bijbel als bron wordt gehanteerd alsook zijn rol in Jeruzalem, zijn receptiegeschiedenis en als belangrijkste afwijking het Evangelie van Judas.

  • In het tweede deel staat de demonische bezetenheid van Judas, wat je ook terugziet in de kunst.

  • In het derde deel wordt getracht Judas te rehabiliteren enerzijds door middel van de Verlichting en anderzijds gedemoniseerd door hem als bron van antisemitisme voor te stellen.


In zijn boek zoekt de auteur Judas overal, op de plaats waar het veronderstelde verhaal plaatsvond, in de evangeliën, de apocriefe evangeliën, de gnostische manuscripten, het discours van moderne politici, de werken van kunst die spreken over het Laatste Avondmaal en over Judas, in de populaire cultuur, in spreekwoorden, overal, en Judas is bijna overal, en hij stelt de grote vraag: was deze man echt de verrader?

Stanford onderzoekt ook hoe het beeld van Judas door de eeuwen heen is gebruikt en misbruikt, zowel binnen de religieuze context als daarbuiten. Het boek werpt een kritische blik op de verhalen en mythen rondom Judas en probeert een dieper begrip te geven van deze controversiële figuur binnen het christendom. Hij begint met de evangelieverslagen en onderzoekt tweeduizend jaar culturele en theologische geschiedenis om te onderzoeken hoe de naam Judas synoniem werd met verraad en uiteindelijk menselijk kwaad. Ik vat hier een aantal interessante zaken uit het boek samen.


De vier evangelisten. Jacob Jordaens 1625 tot 1630


Judas Iskariot

Judas kan reeds voorafgaand aan zijn verraad heel duidelijk als een buitenbeetje worden beschouwd onder de apostelen. De naam Judas Iskariot heeft een interessante oorsprong en betekenis.


De naam Judas, staat nu gelijk aan verrader. De naam is echter afgeleid van het Hebreeuwse woord “Yehudah” (יְהוּדָה), wat “lof” of “prijs” betekent. Het is een veel voorkomende naam in de Bijbel en wordt geassocieerd met de stam van Juda, een van de twaalf stammen van Israël.

De triomf van Judas Maccabeus Peter Paul Rubens 1634

Een bekend voorbeeld is Judas Maccabeus en belangrijke leider tijdens de Makkabese opstand tegen de Seleucidische overheersing. Onder Judas’ leiding groeide de opstand uit tot een ware guerrillastrijd. Zijn meest opmerkelijke daad was de verovering en reiniging van de tempel in 164 v.Chr., een gebeurtenis die nog steeds jaarlijks wordt herdacht tijdens het Chanoeka-feest. Na het heroveren ging men over tot de herinwijding van de Tempel. Belangrijk daarbij is dat de menora brandt met heilige olie. Bij de herinwijding vonden ze slechts genoeg olie om de menora één nacht te laten branden, maar tot ieders verbazing brandde het licht acht nachten lang. Dit staat bekend als het Chanoeka-wonder.

Om dit wonder te herdenken, steken de joden tijdens Chanoeka acht opeenvolgende nachten kaarsen aan, waarbij de hoeveelheid licht elke nacht toeneemt.

De chanoekia: De chanoekia heeft acht zijarmen in plaats van de gebruikelijke zeven van de menora. Op de eerste nacht van Chanoeka wordt één kaars aangestoken, op de tweede nacht twee, enzovoort, tot en met de achtste nacht. De negende kaars, bekend als de sjamasj, is de “dienaarkaars”. Deze wordt gebruikt om de andere acht kaarsen aan te steken en dient als algemene lichtbron, omdat het licht van de andere kaarsen traditioneel niet voor verlichtingsdoeleinden mag worden gebruikt. Dus, de chanoekia heeft acht kaarsen om het Chanoeka-wonder te herdenken en om de acht nachten van het wonder te symboliseren

Het tweede deel Iskariot kent verschillende theorieën:

  • Geografische oorsprong: Sommigen geloven dat “Iskariot” verwijst naar de plaats waar Judas vandaan kwam. Het zou kunnen afgeleid zijn van “Ish Kerioth”, wat “man van Kerioth” betekent. Kerioth was een stad in Judea.

  • Politieke of religieuze betekenis: Anderen suggereren dat “Iskariot” een politieke of religieuze connotatie had. Het zou kunnen verwijzen naar een groep of beweging waar Judas bij betrokken was.

  • Symbolische betekenis: De naam “Iskariot” kan ook symbolisch zijn. Het woord “Kerioth” lijkt op het Hebreeuwse woord “kissiyyot”, wat “dolk” of “mes” betekent. Dit zou kunnen verwijzen naar Judas’ verraad van Jezus met een kus, waarbij hij hem uiteindelijk overleverde aan de autoriteiten.



Zonder Judas geen Pasen en dus geen christendom?!


Judas, één van de twaalf


Judas Iskariot wordt in de evangeliën van Mattheüs, Marcus, Lucas en Johannes beschreven als een van de twaalf discipelen van Jezus Christus. Hij wordt vaak genoemd als “Judas Iskariot, hij die hem heeft uitgeleverd”. Judas wordt algemeen als een buitenstaander beschouwd. Afkomstig uit Judea heeft hij een andere achtergrond dan de anderen die allen afkomstig waren uit Galilea en voornamelijk vissers waren. Judas beheerde ook het geld van de groep en komt zo ook in aanvaring met Jezus.


"Zes dagen voor Pasen kwam Jezus te Betanië, waar Lazarus woonde, die Hij uit de doden had opgewekt. Men gaf daar ter ere van Hem een maaltijd. Marta bediende en Lazarus was een van degenen die met Hem aanlagen. Maria nu nam een pond nardusbalsem, echte en heel kostbare, zalfde daarmee Jezus’ voeten en droogde ze met haar haren af. Het huis hing vol balsemgeur.  Daarop zei Judas Iskariot, een van zijn leerlingen, dezelfde die Hem zou overleveren: “Waarom is die balsem niet voor driehonderd denaries verkocht en het geld aan de armen gegeven?”  Hij zei dat, niet omdat hij bezorgd was voor de armen, maar omdat hij een dief was en uit de beurs die hij bewaarde, wegnam wat erin kwam." (Johannes 12:1-6)


De intrede van Jezus in Jeruzalem


Giotto ca. 1267 – 1337 Intocht in Jeruzalem fresco — 1304-06. Gezeten op een ezel rijdt Jezus Jeruzalem binnen. Mensen begroeten hem door kleren op zijn pad te leggen en met palmtakken te zwaaien. Oorspronkelijk was het hele kleed van Jezus blauw. Het dure ultramarijn dat Giotto gebruikte, werd pas na het drogen van het fresco aangebracht, om de kleur beter uit te laten komen. Dat werkte, maar daardoor laat het blauw wel eerder los dan de andere kleuren.

Cruciaal is zijn rol in de dood van Jezus, de gebeurtenissen die de christenen jaarlijks herdenken tijdens de Goede Week. De zondag voor Pasen, Palmzondag, doet Jezus zijn triomfantelijke intocht, gezeten op een ezel, in Jeruzalem en de mensen begroetten hem met palmbladeren en juichende kreten. Dit markeert het begin van de laatste week van Jezus' leven op aarde. De Joodse religieuze leiders zien hem echter als een onruststoker omdat Jezus hun autoriteit in vraag stelt.


Christus verjaagt de geldwisselaars uit de tempel (Washingtonse versie van El Greco, circa 1570).

Tijdens de tempelreiniging joeg Jezus de handelaars en geldwisselaars uit de tempelhof en keerde tafels om, terwijl hij riep:


"Mijn huis moet een huis van gebed zijn, maar jullie hebben er een rovershol van gemaakt" (Matteüs 21:12-13, Marcus 11:15-17, Lucas 19:45-46, Johannes 2:13-17).


Het laatste avondmaal

 

Judas wordt in alle vier de canonieke evangeliën (Mattheüs, Marcus, Lucas en Johannes) als verrader benoemd, zij het met enige variatie in details en nadruk. Hier zijn de passages waarin Judas' verraad wordt genoemd in elk evangelie:


Marcus 14:10-11:

"Toen ging Judas Iskariot, een van de twaalf, naar de hogepriesters om hem aan hen uit te leveren. Toen zij dit hoorden, waren ze blij, en ze beloofden toe te geven aan zijn verzoek. Hij zocht naar een gunstige gelegenheid om hem uit te leveren."


Mattheüs 26:14-16:

"Toen ging een van de twaalf, die Judas Iskariot heette, naar de hogepriesters en zei: ‘Wat krijg ik van u als ik hem aan u uitlever?’ En zij betaalden hem dertig zilverstukken. Vanaf dat moment zocht hij een gunstige gelegenheid om hem uit te leveren."


Lucas 22:3-6:

"Toen voer de satan in Judas, die Iskariot heette en tot de groep van de twaalf behoorde. Hij ging naar de hogepriesters en tempelwachters en besprak met hen hoe hij hem aan hen zou kunnen uitleveren. Ze waren blij en spraken af hem geld te geven. Hij stemde daarmee in en zocht naar een gunstige gelegenheid om hem aan hen uit te leveren, zonder dat er een grote volksoploop zou ontstaan."


Johannes 13:21-30:

"Nadat hij dit gezegd had, werd Jezus diepbedroefd, en hij verklaarde: ‘Waarachtig, ik verzeker jullie: een van jullie zal mij verraden.’ De leerlingen keken elkaar aan, niet wetend wie hij bedoelde. Een van hen, de leerling van wie Jezus hield, lag naast hem aan tafel en deelde in zijn maaltijd. Simon Petrus wenkte hem en vroeg wie Jezus bedoelde. Hij antwoordde: ‘Degene aan wie ik het stuk brood geef dat ik nu in de schaal doop.’ Hij doopte een stuk brood in de schaal en gaf het aan Judas, de zoon van Simon Iskariot. Na het stuk brood te hebben aangenomen, ging Satan van hem bezit nemen. Jezus zei nu tegen hem: ‘Doe maar meteen wat je van plan bent.’ Maar niemand aan tafel begreep waarom hij dit zei; sommigen dachten dat Judas met het oog op de financiering van het feest iets moest kopen, anderen dachten dat Jezus bedoelde dat hij iets aan de armen moest geven, omdat hij de kas beheerde. Judas nam het stuk brood aan en ging meteen naar buiten. Het was nacht."


De rol van Judas wordt doorheen de evangeliën duidelijker op het verraad gericht. Bij Markus horen we vooral een min of meer neutrale beschrijving van wat Judas doet: hij gaat naar de hogepriesters en hij wijst de weg naar Jezus bij zijn gevangenname. Bij Mattheüs zijn het, anders dan bij Markus, niet de hogepriesters die Judas geld aanbieden, maar vraagt hij zelf direct om geld. Bij Lucas is het de satan die beslag legt op Judas. Bij Johannes is Judas al vroeg in de woorden van Jezus ‘een duivel’ en wordt hij als beheerder van de gezamenlijke kas ‘een dief’ genoemd. 


Jezus voelt dat zijn einde nadert en tijdens het Laatste Avondmaal kondigt Jezus aan dat een van zijn discipelen hem zal verraden. Mattheüs (26:21-25).


"Toen ze aten, zei hij: 'Ik verzeker jullie: een van jullie zal mij uitleveren.' Dit bedroefde hen zeer, en de een na de ander vroegen ze hem: 'Ik ben het toch niet, Heer?' Hij antwoordde: 'Hij die samen met mij zijn brood in de kom doopte, die zal mij uitleveren. De Mensenzoon zal heengaan zoals over hem geschreven staat, maar wee de mens door wie de Mensenzoon uitgeleverd wordt: het zou beter voor hem zijn als hij nooit geboren was.' Toen zei Judas, die hem zou uitleveren: 'Ik ben het toch niet, rabbi?' Jezus antwoordde: 'Jij zegt het.'"


Dirk Bouts Avondmaals-altaar, 1464-67, middenpaneel, , Leuven, St. Pieter. Judas,met de rode mantel, zit met de rug naar de kijker en kijkt naar Jezus


Gethsemane


Christus en zijn discipelen in de hof van Gethsemane – Rembrandt 1634

Na het laatste avondmaal trekt Jezus met zijn apostelen naar de Hof van Gethsemane, een olijfgaard aan de voet van de Olijfberg buiten Jeruzalem. Judas was echter verdwenen. Hier vond een cruciale gebeurtenis plaats in het leven van Jezus, zoals beschreven in de evangeliën van het Nieuwe Testament. Tijdens zijn laatste uren vóór zijn arrestatie en kruisiging bracht Jezus tijd door in gebed in de Hof van Gethsemane.


Christus in de hof van Getsemane - EL Greco 1590

Hij nam enkele van zijn discipelen mee, terwijl hij anderen bij de ingang achterliet. Jezus werd vervuld van diepe angst en verdriet, wetende wat hem te wachten stond. Hij bad tot God de Vader, smeekte om de last van zijn naderende lijden en vroeg of deze beker van lijden aan hem voorbij kon gaan. Hij bad:


"Vader, als het mogelijk is, laat deze beker dan aan mij voorbijgaan! Maar laat het niet gebeuren zoals ik het wil, maar zoals u het wilt." (Mattheüs 26:39)


Terwijl Jezus bad, vonden zijn discipelen het moeilijk om wakker te blijven. Dit herhaalde zich meerdere keren. Op de achtergrond van het schilderij van El Greco zie je Judas naderen met de soldaten aan wie hij Jezus zal uitleveren met de Judaskus.


De gevangenneming van Christus.Caravaggio circa 1602

Hier is hoe het in het Evangelie volgens Mattheüs (26:47-49) wordt beschreven:


"Toen hij nog sprak, kwam Judas, een van de twaalf, en met hem een grote menigte met zwaarden en knuppels, gestuurd door de hogepriesters en oudsten van het volk. En de verrader had hun een teken gegeven en gezegd: 'Degene die ik kus, is hij; grijp hem.' Onmiddellijk ging hij naar Jezus toe en zei: 'Gegroet, rabbi!' en kuste hem."


Het verraad van Christus. Anthony van Dyck (1599-1641)

Het berouw van Judas en de eerste zelfmoord

Judas brengt de dertig zilverlingen terug. Rembrandt van Rijn (1629)

"Toen Judas, die hem had verraden, zag dat Jezus ter dood was veroordeeld, kreeg hij berouw en bracht hij de dertig zilverstukken terug naar de hogepriesters en oudsten. 'Ik heb gezondigd,' zei hij, 'want ik heb een onschuldige man overgeleverd aan de dood.' 'Wat gaat ons dat aan?' zeiden ze. 'Dat is uw zaak.' Judas wierp de zilverstukken de tempel in, vluchtte weg en verhing zich." (Mattheüs 27:3-5)


Deze passage beschrijft hoe Judas spijt krijgt van zijn verraad en de dertig zilverstukken terugbrengt naar de hogepriesters en oudsten, terwijl hij erkent dat hij een onschuldige man heeft verraden. De dood van Jezus is onvermijdelijk geworden.


Diego Rodríguez da Silva y Velázquez 1599 – 1660 Christus aan het kruis — 1632

Nadat hij de zilverstukken heeft teruggegeven, pleegt Judas zelfmoord door zichzelf op te hangen. Het berouw van Judas wordt gekenmerkt door zijn erkenning van zijn zonde en de tragische afloop van zijn leven.


Judas werpt zijn geld uit spijt opzij. José Ferraz de Almeida Júnior. (1880). In de hoek op de achtergrond zie je de kruisiging van Jezus op de berg Golgotha.

Daarna kocht men met de dertig zilverstukken een stuk land als begraafplaats voor de vreemdelingen.


“Deze dan heeft verworven een akker, door het loon der ongerechtigheid, en voorwaarts overgevallen zijnde, is midden opgeborsten, en al zijn ingewanden zijn uitgestort. En het is bekend geworden allen, die te Jeruzalem wonen, alzo dat die akker in hun eigen taal genoemd wordt Akeldama, dat is, een akker des bloeds.” (Handelingen 1:18-19)


Dood van Judas en kruisiging van Jezus, Romeins ivoor, 380-450. British Museum, Londen.
De zelfmoord van Judas door Gislebert of Gislebertus, Gijzelbert, Gillebert (beeldhouwer in de 12e eeuw) kathedraal Saint-Lazare in Autun

"Toen kreeg Judas, de verrader, berouw toen hij zag dat Jezus ter dood veroordeeld was. Hij bracht de dertig zilverstukken terug naar de overpriesters en oudsten, en zei: 'Ik heb gezondigd door een onschuldig mens te verraden.' Maar zij antwoordden: 'Wat gaat ons dat aan? Dat is jouw zaak.' Toen gooide hij de zilverstukken de tempel in, liep weg en hing zichzelf op. De overpriesters verzamelden de zilverstukken en zeiden: 'Het is niet toegestaan om dit in de tempelschat te storten, aangezien het bloedgeld is.' Na overleg kochten ze er de akker van de pottenbakker mee, als begraafplaats voor vreemdelingen. Daarom wordt die akker nog steeds 'Bloedakker' genoemd. Zo ging in vervulling wat de profeet Jeremia gezegd heeft: 'En ze betaalden mij dertig zilverstukken, het bedrag waarop ze hem geschat hadden.' De Heer zei tegen me: 'Breng ze naar de pottenbakker, want ze zijn dat bedrag waard geacht door de Israëlieten.' Daarom werd de akker de 'Akker van het bloed' genoemd tot op de dag van vandaag." (Mattheüs 27:3-10)


James Tissot (Nantes, France, 1836–1902, Judas se pend 1886-1894.




Judas als bron van Jodenhaat en antisemitisme


Judas luisterde, en was een wolf: hij volgde, maar gehuld in schaapskleren legde hij valstrikken voor de Herder.

Augustinus van Hippo (354-430), Preken over de brief van Johannes


In de ontwikkeling van de jonge Kerk werd Judas aangeduid als de ultieme verrader, als de vertegenwoordiger van de duivel. Judas is het mens geworden kwaad. Een beeld dat gebaseerd was op de evangelies van Lucas en Johannes. Judas was door Jezus opgenomen in zijn kring van discipelen en had zo alle kansen om het goede te doen gekregen, maar had zich naar het kwade, naar Satan gekeerd. Wanneer een man die zich in de nabijheid van Jezus bevond, zich toch liet verleiden tot het kwade, hoeveel groter was de kans dan wel niet dat de doorsneegelovige zich zou laten verleiden tot het plegen van zonden? Enkel de Kerk is in staat de mensheid te beschermen tegen de duivel.


Giotto ca. 1267 – 1337 Het verraad van Judas — 1304-06 Voor dertig zilverlingen verraadt Judas Iskariot zijn meester Jezus aan de priesters. De priester in het rood is wellicht Kajafas, de hogepriester. Achter Judas staat Satan: in Lukas 22:3 staat dat Satan in Judus gevaren was. De twee priesters rechts lijken erg tevreden met de nieuwe situatie. Judas draagt een gele mantel. In de tijden van Giotto was geel de kleur van de jaloezie, en Judas was jaloers op de andere apostels. Giotto maakte dit fresco in de Arenakapel, ook bekend als de Scrovegni-kapel.

Het beeld van Judas als de ultieme zondaar evolueert naar het beeld van Judas als voorbeeld van de zondige Jood. Ondermeer de heilige Hiëronymus, de vertaler van de Bijbel naar het Latijn (de Vulgaat) betitelde Judas als "vervloekt, zodanig dat die vervloeking in de Joden voortleeft". Ook de heilige Augustinus benoemt Judas als de ultieme verrader en brengt ook de zonden van zelfmoord en wanhoop sterk onder de aandacht.



In "De Goddelijke Komedie" van Dante Alighieri wordt Judas voorgesteld als een van de drie belangrijkste verraders. Samen met Brutus en Cassius, de moordenaars van Julius Caesar, wordt hij gepresenteerd als een van de meest verachtelijke figuren in de hel.

In het gedicht plaatst Dante de zielen van verraders in de negende en diepste cirkel van de hel, genaamd Cocytus. Deze cirkel is verdeeld in vier rondes, elk voor verschillende soorten verraad. Judas wordt samen met Brutus en Cassius gevonden in de laatste ronde, de ronde van de verraders van hun meesters en weldoeners, waar ze worden vastgehouden in het centrum van de hel, gekoeld door de vleugels van Lucifer zelf. Verraad wordt beschouwd als een van de meest verachtelijke daden in de westerse literatuur en religieuze traditie.

Dante beschrijft Judas als degene die Jezus verraadde voor dertig zilverstukken, en hij wordt afgeschilderd als gevangen in de mond van Lucifer, met zijn hoofd vastgeklemd tussen diens kaken terwijl hij wordt gepijnigd.



Naast het beeld van de Jood als verrader ontstond ook het beeld van de vrekkige Jood. Gedurende de middeleeuwen speelden Joden een belangrijke rol in de monetaire wereld. Dit had verschillende redenen:


Joodse handelaar afgebeeld in de Sachsenspiegel. Joden waren in de veertiende eeuw in het Duitse Rijk (waaronder ook het graafschap Holland viel) verplicht een hoed met een punt te dragen – collectie Universiteitsbibliotheek Heidelberg (cod.Pal.germ.164)

  • Uitsluiting van andere beroepen: Joden werden vaak uitgesloten van veel andere beroepen en ambachten tijdens de middeleeuwen vanwege discriminatie en anti-Joodse wetten. Dit dwong hen om zich te concentreren op beroepen waarin ze wel konden werken, zoals geldlenen en financiële dienstverlening.

  • Verbod op rente door de katholieke kerk: In de christelijke wereld werd geld verdienen met rente lange tijd beschouwd als immoreel, wat resulteerde in het verbod op rente (usury) door de katholieke kerk. Joden werden niet beïnvloed door deze beperkingen en konden daarom geld verdienen aan rente op leningen, wat een belangrijke bron van inkomsten voor hen werd.

  • Bescherming door heersers: Ondanks discriminatie en vervolging werden Joden soms beschermd door heersers en vorsten, die hen toestonden financiële activiteiten uit te voeren in ruil voor belastingen en andere gunsten. Dit gaf Joden een zekere mate van veiligheid en stabiliteit in hun financiële zaken.

  • Handelsnetwerken: Joden hadden vaak uitgebreide handelsnetwerken en connecties over grote afstanden, waardoor ze in staat waren om geld te lenen, te wisselen en andere financiële diensten te verlenen aan handelaren en kooplieden.

  • Educatie en vaardigheden: Joden hadden vaak toegang tot educatie en kennis van handels- en financiële praktijken, waardoor ze geschikt waren voor dergelijke beroepen.

Executie van joden tijdens de Zwarte Dood in 1349 (miniatuur van Pierart dou Tielt in het Tractatus quartus van Gilles Li Muisis).

Het is belangrijk op te merken dat hoewel Joden een prominente rol speelden in de monetaire wereld tijdens de middeleeuwen, dit vaak gepaard ging met discriminatie, vervolging en antisemitisme. Hun betrokkenheid bij financiële activiteiten was vaak een gevolg van beperkte kansen in andere sectoren en werd soms gedwongen door omstandigheden buiten hun controle.

De Jood als zondebok als "Judas" leeft heel sterk doorheen de geschiedenis. Een typisch voorbeeld hiervan vinden we in de figuur van Shylock, een personage uit het toneelstuk "The Merchant of Venice" (De koopman van Venetië) van William Shakespeare. Shylock wordt vaak gezien als een complex personage dat zowel medelijden als afkeer oproept. Aan de ene kant wordt hij getoond als een slachtoffer van antisemitisme en discriminatie, maar aan de andere kant wordt hij ook afgeschilderd als wraakzuchtig en genadeloos in zijn streven naar gerechtigheid.


Shylock wordt bespot in act 2, scene 7. Gravure door Charles Knight voor een uitgave van The Works of Shakespere te Londen in 1873-6.

Het antisemitisme ontstaan uit het verhaal van het verraad van Judas kent dus een lange geschiedenis en zit diep geworteld. Dit zal ook de Nazi's inspireren om het antisemitisme op te drijven tot een massavernietiging: de Holocaust. De beeldvorming en het taalgebruik speelt hier een cruciale rol.



Peter Stanford verwijst naar de theorie van het zondebokmechanisme van de Franse antropoloog René Girard. Volgens Girard ontstaat sociale spanning en conflict uit mimetische begeerte (mimetisch="imitatie" of "nabootsing"), wat betekent dat mensen vaak verlangen naar wat anderen hebben. Dit leidt tot rivaliteit en competitie binnen de samenleving. Wanneer deze rivaliteit en conflict onbeheersbaar worden en dreigen de sociale orde te verstoren, kan een gemeenschap zich verenigen door gezamenlijk een zondebok aan te wijzen.

De zondebok wordt beschouwd als de oorzaak van alle problemen en conflicten binnen de gemeenschap. Door de zondebok de schuld te geven en te straffen, gelooft de gemeenschap dat ze de orde kunnen herstellen en hun onderlinge rivaliteit kunnen oplossen.


De filmvertoning van de De Eeuwige Jood waarin Joden met ratten worden vergelen, speelde bijvoorbeeld een cruciale rol in de mini-pogrom op 6 april 1941 in Antwerpen https://kazernedossin.memorial/artikel/de-mini-pogrom-van-antwerpen-14-april-1941/

In onderstaande video krijg je een interessant overzicht van de geschiedenis van het antisemitisme doorheen de Europese geschiedenis.




Judas in de moderne cultuur

Zoals Peter Stanford opmerkt, is er al lang een tegenstroom die suggereert dat Judas in feite slachtoffer was van een vreselijke onrechtvaardigheid. Centraal in Jezus’ missie stond zijn dood en opstanding, en voor een dood moest er een verraad zijn geweest. Deze ondankbare rol viel aan Judas toe. De vraag die kan gesteld worden is of we eigenlijk dankbaar moeten zijn voor zijn rol in het goddelijke drama van de redding? “Je zult moeten beslissen”, zoals Bob Dylan in de jaren zestig zong, “of Judas Iskariot God aan zijn zijde had”.




In "Jesus Christ Superstar" wordt Judas Iskariot afgeschilderd als een complex en innerlijk verdeeld personage. Hij wordt neergezet als een nauwe vriend en volgeling van Jezus Christus, maar ook als iemand die worstelt met twijfels, angsten en morele dilemma's.

Gedurende de musical uit Judas zijn bezorgdheid over de richting die Jezus inslaat en maakt zich zorgen over de gevolgen van zijn daden. Hij bevraagt Jezus' leer en zijn groeiende populariteit, bang dat dit problemen zal veroorzaken met de autoriteiten en het Romeinse Rijk. Uiteindelijk besluit Judas Jezus te verraden aan de autoriteiten, omdat hij gelooft dat dit de enige manier is om verdere escalatie van de situatie te voorkomen.

In de liederen en dialogen van "Jesus Christ Superstar" wordt Judas vaak afgebeeld als gekweld en verscheurd tussen zijn loyaliteit aan Jezus en zijn eigen angsten en twijfels. De portrettering van Judas varieert afhankelijk van de productie, maar hij wordt doorgaans neergezet als een tragische figuur die worstelt met zijn beslissingen en de gevolgen ervan.




Was Judas Iskariot de verrader of voerde hij juist uit wat hem werd opgedragen om zo de dood en verrijzenis van Jezus mogelijk te maken? Was het «verraad» van Gethsémane het werk van de duivel, zoals Lucas meende, of het gevolg van Judas’ hebzucht, zoals Marcus schreef? Of was het verraad afgesproken werk: Jezus zelf wilde het zo.


Judas Iskariot blijft een essentieel maar gedoemd personage in het passieverhaal, en speelt dus een belangrijke rol in het hele verhaal van het christendom. De naam Judas en het verraad dat hij symboliseert, leeft verder in onze cultuur, sprekend als hij doet tot onze diepste angsten over vriendschap, verraad en het probleem van het kwaad.









Comments


bottom of page