top of page

Het nationaalsocialisme als rancuneleer (1937/2024) Menno Ter Braak + Bas Heijne

Bijgewerkt op: 31 jul 2024

ree

Een zeer interessant essay van Menno Ter Braak uit 1937 waarin hij de ware aard van het nationaalsocialisme blootlegt. Het essay is voorzien van een voorwoord van Bas Heijne. dat laat zien hoe actueel het essay van Ter Braak nog altijd is. Hieronder volgt eerst een toelichting over de persoon Menno Ter Braak en daaronder wordt er dieper ingegaan op het eigenlijke essay.


Over de auteur

Menno ter Braak werd geboren op 26 januari 1902 in Eibergen, Nederland. Hij studeerde Nederlands en geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Ter Braak begon zijn carrière als criticus en essayist. Hij werd bekend om zijn scherpe en vaak polemische stijl. In 1932 richtte hij samen met E. du Perron het literaire tijdschrift Forum op. Dit tijdschrift was zeer invloedrijk en pleitte voor authenticiteit en persoonlijkheid in de literatuur, in tegenstelling tot het estheticisme en formalisme dat in die tijd populair was.


Hoewel Menno Ter Braak zich vooral richtte op wat we de hoge cultuur kunnen noemen, had hij ook voeling met wat er leefde in de maatschappij. Het gevaar van Hitler en de zijnen was voor hem al snel duidelijk. Anders dan velen rond hem hield hij zich ver van zwart/wit denken. Hij schreef uitgebreid over de gevaren van totalitaire ideologieën en pleitte voor een kritische, onafhankelijke houding van de intellectueel.


De politieke en maatschappelijke crisis van die tijd bracht een groep intellectuelen bij elkaar in het "Comité van Waakzaamheid van Anti-Nationaalsocialistische Intellectuelen waar Menno Ter Braak bij betrokken was. Het Comité speelde een belangrijke rol in het intellectuele verzet tegen het opkomende fascisme in de jaren dertig in Nederland. die streden voor vrijheid, democratie en menselijke waardigheid, het beschermen van democratische waarden en het verdedigen van de rechten van individuen tegen totalitaire dreigingen. Het essay "Het nationaalsocialisme als rancuneleer" verscheen in 1937 als een brochure van het Comité.


Menno ter Braak pleegde zelfmoord op 14 mei 1940, vlak nadat Nederland werd binnengevallen door nazi-Duitsland. Zijn dood wordt vaak gezien als een daad van protest tegen de dreigende bezetting en de ineenstorting van de wereld die hij kende en waardeerde.

ree


Het nationaalsocialisme als rancuneleer

ree

Wat is rancune?

In zijn essay "Het nationaalsocialisme als rancuneleer" onderzoekt Menno ter Braak de dynamiek van rancune in de context van het nationaalsocialisme. Het is interessant voor ons als lezer anno 2024 om te beseffen dat de mechanismen die door Ter Braak voor het nationaalsocialisme worden beschreven, ook toepasbaar zijn op elke totalitaire ideologie.


Ter Braak definieert rancune als een diepgeworteld gevoel van wrok en vijandigheid, voortkomend uit een gevoel van minderwaardigheid of onrecht en hij ziet rancune als één van de meest essentiële verschijnselen van onze cultuur, van wie wij zijn als mens. Iedereen kent rancune, iedereen kent ressentiment.


De gelijkheidsgedachte

Hij legt een verband tussen de gelijkheidsgedachte van de democratie en het ontstaan van rancune waarin een duidelijke discrepantie zit tussen het recht op alles en het bezit van weinig.


‘..De raté, de mens van het ressentiment, weet alleen, dat hij het meerdere bezit van den ander niet verdragen kan. Met een variant: zij hebben wat wij niet hebben, zij zijn wat wij niet zijn.’


Wanneer mensen zich bewust worden van hun recht op bepaalde zaken, zoals gelijke kansen en materiële welvaart, maar tegelijkertijd ervaren dat deze rechten in de praktijk onvoldoende of niet gerealiseerd worden, leidt dit tot teleurstelling en ressentiment. Zijn kritiek richtte zich voornamelijk op de praktische onmogelijkheid van absolute gelijkheid en de psychologische en sociale gevolgen van het nastreven van dit ideaal. Mensen verschillen van nature in talenten en capaciteiten, en deze verschillen leiden onvermijdelijk tot ongelijkheden in uitkomsten. De eis en het streven naar gelijkheid doet paradoxaal het gevoel van een tekort toenemen.


"Want naarmate het bezit van cultuur meer als een recht wordt gevoeld, wordt de afstand die er bestaat tussen dat recht op alles en het bezit van weinig in de praktijk meer beseft als een onrecht."


De kritiek die hij uit op de gelijkheidsgedachte sluit sterk aan bij wat José Ortega y Gasset omschrijft als de rechtvaardigheidsfanaat in zijn filosofisch werk "De opstand van de massamens". Een uitgebreid verslag van dit boek kan je hier lezen: "De opstand van de massamens (1930) José Ortega y Gasset"


Ressentiment als vijand van de democratie

Zijn definitie van ressentiment sluit sterk aan bij die van Nietzsche. Een samenleving waarin iedereen gelijk is, iedereen recht denkt te hebben op alles is een samenleving die streeft naar middelmatigheid waarin het eigenbelang regeert. Ze delen ook de kritiek op het Christendom waarin "de laatsten zullen de eersten zijn". Elke moraal maakt volgens Nietzsche de wereld éénduidig, éénzinnig. Elke moraal is een poging om de wereld zinnig te ordenen en normen en waarden te scheppen waaraan men zich dient te houden om het leven te leiden. Dit komt goed tot uiting in religies, maar ook in politieke systemen zoals het communisme, fascisme en andere. Nietzsche spreekt van een slaven- of kuddemoraal waarbij angst de moeder van de moraal is. Waarbij middelmatigheid het doel is. Meer lezen over Nietzsche kan hier: Friedrich Nietzsche.


Het ongenoegen om het falend gelijkheidsstreven van de democratie vormt voor Ter Braak de voedingsbodem voor rancune, die door totalitaire ideologieën zoals het nationaalsocialisme wordt gecapteerd en uitgebuit. Ze exploiteren gevoelens van wrok en richten deze op specifieke groepen, waardoor ze hun macht kunnen consolideren en versterken. Totalitaire ideologieën creëren een vals gevoel van gelijkheid door uniformiteit en onderdrukking van individuele verschillen en vrijheden.


‘Het nationaal-socialisme is de vervulling van het democratisch socialisme, niet de ontkrachting, maar de perversie van democratie en socialisme.’


De logica van de totalitaire ideologie, het nationaalsocialisme, zoals Menno ter Braak die beschrijft, is een complex samenspel van rancune, zondebokmechanismen, collectivisme, propaganda, totalitaire controle, racisme, irrationaliteit en de verwerping van humanistische waarden. Deze elementen samen creëren een destructieve ideologie die in staat is om de samenleving te mobiliseren op basis van haat, angst en wrok, met verwoestende gevolgen voor zowel individuen als gemeenschappen. Het is ‘haten om te haten‘, de lust om te haten. 


Het onmiddellijk overslaan van het eene gekanker op het andere (wanneer per ongeluk iets in vervulling gaat).’ En: ‘Achter al die quasi’s (quasi-heroïsch, quasi-fatsoenlijk etc.) loeit het ressentiment. Achter al die quasi-positiviteit kankert de oppositie uit principe.’ 


Ter Braak koppelde ressentiment aan half-beschaving gebaseerd op halve kennis. Wat expliciet niet bij rancune hoort is humor: relativeringsvermogen ontbreekt de rancunemens.


Hoe onze maatschappij behoeden voor de destructieve kracht van rancune en ressentiment?

Menno ter Braak biedt geen eenvoudige of eenduidige oplossingen voor het aanpakken van ressentiment, maar hij doet wel suggesties die voortkomen uit zijn analyse van het probleem. Zijn voorstellen zijn diep geworteld in een filosofisch en moreel kader dat de nadruk legt op kritisch denken, zelfbewustzijn, en de versterking van democratische en humanistische waarden met als doel het ontmaskeren van de aanvallers op de open samenleving.


'...in een democratie daarentegen heeft het ressentiment minstens de vrijheid om zichzelf te diagnosticeren.'






 
 
 

Opmerkingen


Write a title here. Click to edit and add your own.

This is a paragraph area where you can add your own text. Just click “Edit Text” or double click here to add your own content and make changes to the font. It's a great place to tell a story about your business and let users know more about you.

bottom of page