top of page

Een gekidnapt Westen. De tragedie van Midden-Europa (1967) Milan Kundera

ree

Milan Kundera is bij het grote publiek vooral bekend van De ondraaglijke lichtheid van het bestaan(1983). Van het boek, en misschien ook wel van de film. Zelf schreef ik er al eens een persoonlijke bespreking over. Maar met Kundera’s filosofische werk had ik nog geen kennis gemaakt. Dat is onlangs veranderd, nu eindelijk zijn beroemde essay (verschenen in 1967) Een gekidnapt Westen: De tragedie van Midden-Europa in officiële Nederlandse vertaling verschenen is. De vertaling is verzorgd door Martin de Haan, samen met Edgar de Bruin en uitgegeven bij Ten Have/De Nieuwe Wereld 2024.


In 1983, toen de wereld nog geloofde in de onverwoestbaarheid van het IJzeren Gordijn, publiceerde de uit Tsjecho-Slowakije gevluchte schrijver in het Franse tijdschrift Le Débat een essay dat als een culturele schokgolf door Europa trok. De tekst, scherpzinnig en visionair, wierp een nieuw licht op een vaak verwaarloosd stuk van het continent: Midden-Europa. Kundera beschreef het als een regio van kleine naties, diep geworteld in de Europese cultuur, maar politiek ingelijfd door het Sovjetimperium.


Veertig jaar later is de tekst opnieuw brandend actueel. Niet alleen door de Russische inval in Oekraïne, maar ook vanwege de onderliggende vraag die Kundera stelt: wordt de Europese cultuur – en daarmee haar geestelijke identiteit – bedreigd?


Wat is Europa?

Voor Kundera is Europa geen landmassa, geen continent in geografische zin. Het is een culturele toestand, een geestelijke ruimte. En voor de Midden-Europese landen is dat besef levend:


“Voor hen betekent het woord ‘Europa’ geen geografisch fenomeen, maar een spiritueel begrip, synoniem met het woord ‘het Westen’.”


Midden-Europa – denk aan Tsjechië, Polen, Hongarije, Slovenië – behoort historisch en cultureel tot het Westen. Het draagt het erfgoed van het Romeins christendom, de Verlichting, de klassieke muziek, de moderne literatuur. Maar na 1945 werden deze landen, tegen hun wil, door de Sovjetunie politiek bij het Oosten gevoegd. Het resultaat was geen gewone annexatie, maar een geestelijke amputatie.


“Wat zich in Praag of Warschau heeft afgespeeld, is in wezen geen drama van Oost-Europa, van het Sovjetblok, van het communisme; het is een drama van het Westen – een Westen dat, gekidnapt, verplaatst en gehersenspoeld, toch zijn identiteit blijft verdedigen.”


Kundera beschrijft hier een Europa dat zichzelf niet herkent. Een beschaving die zijn culturele ledematen – zijn kleine naties – kwijtraakt zonder het te beseffen.


Cultuur als verzet – een Midden-Europese paradox

Wat gebeurt er wanneer een natie politiek wordt onderdrukt, maar zijn geestelijke vrijheid weigert op te geven? Volgens Kundera ontstaat dan iets bijzonders: cultuur wordt verzet. In Midden-Europa speelt kunst een rol die het in het Westen allang verloren heeft: het is niet decoratief of entertainment, maar existentieel.


“Als deze identiteit met uitsterven wordt bedreigd, wordt het culturele leven des te intenser, des te belangrijker, totdat cultuur zelf de levende waarde wordt waar iedereen zich om schaart.”


In deze context krijgt literatuur een gewijde status. Theater, poëzie, muziek – ze worden bastions van menselijkheid tegen de mechaniek van de staat. Hier ligt misschien ook het grootste verschil met het ‘vrije’ Westen: daar is cultuur marginaal geworden, verdampt in markt en mediageweld.


“Net zoals God lang geleden plaatsmaakte voor cultuur, maakt cultuur op haar beurt plaats. Maar voor wat en voor wie?”


Kundera stelt hier geen simpele nostalgie tentoon, maar formuleert een kritiek op het spirituele vacuüm van modern Europa. In Midden-Europa bleef cultuur een levensader. In het Westen verwordt ze tot ruis.


De tragiek van kleine naties

Centraal in het essay staat het lot van de ‘kleine natie’. Niet omdat ze letterlijk klein is, maar omdat haar bestaan nooit vanzelfsprekend is:


“Een kleine natie is een natie waarvan het bestaan op elk moment in twijfel kan worden getrokken; een kleine natie kan verdwijnen – en weet dat.”


Deze permanente onzekerheid maakt zulke naties waakzaam, gevoelig voor de gevaren van de geschiedenis. Ze hebben geen grootmachtstatus, geen permanente zetel, geen kernwapens. Wat ze wél hebben – of hadden – is een intense verhouding tot taal, cultuur, herinnering.


Voor Kundera zijn deze naties het geweten van Europa. En hun neergang zegt meer over het morele failliet van het Westen dan over de agressie van het Oosten.


“De echte tragedie voor Centraal-Europa is niet Rusland, maar Europa: dit Europa dat zo’n grote waarde vertegenwoordigde dat de directeur van het Hongaarse persbureau bereid was ervoor te sterven – en dat ook deed.”


Het essay eindigt niet in wanhoop, maar in een oproep tot herinnering. Kundera schrijft niet als ideoloog, maar als schrijver – en als Europeaan in ballingschap. Zijn pleidooi is helder: herken Centraal-Europa als een essentieel deel van het Europese verhaal. En zie de teloorgang van die regio niet als een randverschijnsel, maar als symptoom van het verlies van Europa’s geestelijke kompas.


“Deze landen zijn van de kaart van het Westen verdwenen. Waarom is deze verdwijning onzichtbaar gebleven? Omdat Europa zelf zijn culturele identiteit aan het verliezen is.”


Dat Een gekidnapt Westen nu eindelijk in een officiële Nederlandse vertaling verschenen is – prachtig uitgegeven door Ten Have – is van grote culturele waarde. De bezieling waarmee Martin de Haan en Edgar de Bruin dit project hebben gerealiseerd, verdient lof. Zeker omdat het tegen de stroom van de vergetelheid in zwemt, in een tijd waarin de boekenkasten overvol raken met meningen, maar vaak arm blijven aan inzichten.


Kundera’s essay is er zo een: een tekst die je trager laat denken, scherper laat kijken, en Europa opnieuw laat voelen als een fragiele beschaving, niet als een stabiele markt.


Het is niet enkel de tragedie van Midden-Europa die Kundera beschrijft – het is de tragedie van een continent dat zichzelf kwijt dreigt te raken. Zeer sprekend is de laatste alinea.


"De ware tragedie van Midden-Europa is dus niet Rusland maar Europa. Europa, het Europa dat voor de directeur van het Hongaarse persagentschap een zodanige waarde vertegenwoordigde dat hij bereid was ervoor te sterven en ervoor stierf. Achter het

ijzeren gordijn besefte hij niet dat de tijden zijn veranderd en dat Europa in Europa niet meer als een waarde wordt ervaren."


Hieronder voeg ik 2 zeer interessante besprekingen toe


 
 
 

Opmerkingen


bottom of page