De man in de rode mantel (2019) Julian Barnes
- Wouter Vanderstraeten
- 27 feb 2024
- 4 minuten om te lezen
Julian Barnes raakt gefascineerd door het schilderij Dr. Pozzi at Home van John Singer Sargent. Wie is die man in de rode mantel en waarom wordt hij geportretteerd in zijn kamerjas? Barnes wil niet alleen weten wie de man in de rode mantel was, maar geeft in zijn boek een intrigerend beeld van de tijd waarin dr. Pozzi leefde, de Belle Epoque, en de mensen rondom hem.
‘Een kunstenaar schildert een gelijkenis, of een versie, of een interpretatie, die het model viert tijdens zijn of haar leven, hem of haar laat voortleven na de dood, en misschien eeuwen later nog een vonk van nieuwsgierigheid ontsteekt in de toeschouwer. Dat klinkt simpel, en dat is het soms ook. Ik raakte door het portret van Sargent in dokter Pozzi geïnteresseerd, werd nieuwsgierig naar zijn leven en werk, schreef dit boek en vind het schilderij nog steeds een treffende en elegante gelijkenis.’
De Belle Epoque
De mens heeft steeds nood om de geschiedenis op te delen in periodes en daar tot de verbeelding sprekende titels aan te geven. De term, Belle Epoque, verwijst naar een periode in de Franse en Europese geschiedenis van het einde van de 19e eeuw tot het begin van de Eerste Wereldoorlog. Het was een tijd die vooral bekend stond door algemene welvaart, een bloeiende kunst- en wetenschapscultuur. Tegelijkertijd echter was er veel onrust met een steeds sterker worden nationalisme, politieke instabiliteit en maatschappelijke onrust.
Frankrijk dreef op revanche voor de nederlaag tegen Pruisen, en overal in het land waren er heftige uitbarstingen van antisemitisme, met als bekendste voorbeeld de Dreyfusaffaire. Hoe breeddenkend men zich ook graag voordeed, in feite bleken velen vast te hangen aan enggeestige vooroordelen: omtrent de Jood, of sodomie, of de eigen natie.
Het was de tijd van het gangsterimperialisme. Europese mogendheden streden furieus om de laatste niet gekoloniseerde delen van de wereld. Leopold II verwierf zijn Congo Vrijstaat en het Britse Rijk groeide tussen 1870 en 1900 uit tot ruim tien miljoen vierkante kilometer. Het was de drempel naar de moderniteit.
Samuel Pozzi, de wetenschapper
Samuel Pozzi (1846-1918) was een arts met een grote wetenschappelijke belangstelling. Hij pleitte ervoor om de algemene geneeskunde om te vormen en op die manier aparte disciplines, zoals de gynaecologie, zijn eigen specialisatie, wetenschappelijk uit te bouwen. Hij publiceerde Traité de gynécologie clinique et opératoire (1890), een studie van meer dan elfhonderd bladzijden, die in vele talen vertaald werd en wereldwijd lange tijd werd erkend als standaardwerk. Hij was een aanhanger van het zogenaamde listerisme, naar de Schotse arts Joseph Lister, die staande hield dat geopereerde zieken of gewonden vaak eerder aan infecties en bloedvergiftiging bezweken dan aan hun oorspronkelijke aandoening of verwondingen. Artsen dienden met andere woorden hun handen te wassen alvorens te opereren of een bevalling in te leiden, maar kennelijk hoorden die hygiënische voorschriften niet bij de eed van Hippocrates. Gesterkt door zijn wetenschappelijke onderzoekingen, bracht Pozzi in zijn tijd riskante operaties tot een goed einde. Nadat hij bij
Sarah Bernhardt een cyste op de eierstokken verwijderd had, noemde zij hem ‘Docteur Dieu’.
Samuel Pozzi, dokter van de beau monde
Tot de vaste vriendenkring van Pozzi behoorden prins Edmond de Polignac en graaf Robert de Montesquiou. De prins was een weinig opvallende figuur, de graaf het tegendeel daarvan. Hij zou model hebben gestaan voor Jean Floressas des Esseintes, de hoofdpersoon uit Tegen de keer (1884) van Joris-Karl Huysmans. Barnes verwijst veelvuldig naar Tegen de keer om te reflecteren over het dandyisme en het estheticisme van de belle époque. Een andere nagenoeg onuitputtelijke schat aan roddelpraatjes leveren de dagboeken van de gebroeders Edmond en Jules de Goncourt.
Barnes die van thuis uit met de Franse cultuur werd grootgebracht, roemt de Belle Epoque als de periode was waarin de Franse kunst grote triomfen vierde. Een jaar na nederlaag in de Frans-Duitse oorlog schilderde Monet Impressie, zonsopgang.
Toen de periode in 1914 ten einde liep, hadden Braque en Picasso de basis gelegd voor het kubisme. Daartussenin: Manet, Pissarro, Cezanne, Renoir, Redon, Lautrec, Seurat, Matisse, Vuillard, Bonnard en de allergrootste volgens Barnes: Degas. Oftewel: impressionisme, neo-impressionisme, symbolisme, fauvisme, kubisme. Wat kon Groot-Brittannië daar tegenoverstellen? Barnes beschrijft dat veel Britse kunst leed aan een ziekelijke drang tot moraliseren. Franse kunst was vernieuwend, terwijl de Britse kunst eerder braaf en behoudend was.
Samuel Pozzi, het tragische einde
Een veel voorkomend fenomeen, vooral onder mannen van de hogere klasse, was het beslechten van een meningsverschil in een duel. Dr. Pozzi had tijdens zijn loopbaan velen het leven kunnen redden, maar de laatste kogel die hij moest verwijderen, was er één bij hemzelf. Een patiënt, ontevreden over zijn behandeling, schoot hem in de buik. Hij stierf zo in de operatiekamer, ondanks zijn eigen aanwijzingen hoe de kogel verwijderd moest worden. In het nawoord schrijft Barnes:
‘Hij was goddank niet zonder fouten. Maar ik zou hem desondanks willen opvoeren als een soort held.’
Barnes bedekt inderdaad niets met de mantel der liefde. Pozzi was geen voorbeeld van huwelijkse trouw, maar Barnes roemt hem vooral om zijn kosmopolitisme, omdat hij bereid was om medische kennis uit andere landen, van de Verenigde Staten tot Brazilië, in Frankrijk te introduceren. Pozzi’s adagium ‘Chauvinisme is een vorm van onwetendheid’ brengt Barnes tot slot tot een tirade over de Brexit, ‘een ellendig stukje zelfgekozen isolement’.
Samuel Pozzi, de man in de rode mantel
Meer informatie over het schilderij vind je in volgende video.
Comentários