top of page

De begraafplaats van Praag (2011) Umberto Eco

  • Foto van schrijver: Wouter Vanderstraeten
    Wouter Vanderstraeten
  • 31 okt 2024
  • 19 minuten om te lezen

Bijgewerkt op: 13 nov 2024

In De Begraafplaats van Praag schetst Umberto Eco een complex en duister verhaal, waarin hij de literaire technieken van een meester-verhalenverteller inzet om ons niet alleen door de duistere stegen van het 19e-eeuwse Parijs te leiden, maar ook door de kronkelige diepten van de menselijke geest. Simonini, de protagonist, belichaamt in al zijn hatelijkheden en vooroordelen de gevaren van haat en samenzweringstheorieën. Eco’s vertelling maakt daarbij gebruik van historische en fictieve personages om het groeiende antisemitisme, de vreemdelingenhaat en de paranoia van die tijd inzichtelijk te maken. De auteur toont met de gruwelijke precisie van een historicus hoe het verlangen naar macht en controle de mens kan doen afglijden in morele afgronden.


Het boek bevat zoveel dat ik deze bespreking eerst start met een historisch kader. Dit kan je eens lezen of af en toe terug naar kijken bij het lezen van de bespreking van het boek. Verder vind je ook nog een overzicht van de belangrijkste thema’s, intriges, historische gebeurtenissen en complotten. Tot slot ga ik ook in op de eigen leeservaring.


In deze bespreking vind je het volgende:


Terug naar de 19e eeuw

Eco’s roman speelt zich af tegen een achtergrond van politieke en sociale transformaties die spanning en wantrouwen oproepen. Wie dit boek ten volle wil waarderen moet ook wel enige kennis hebben van die fascinerende 19e eeuw. De (r)evoluties in dit tijdperk zijn bepalend voor de manier waarop we nu leven, denken en onszelf en de wereld om ons heen begrijpen. Deze eeuw bracht diepgaande veranderingen in technologie, wetenschap, kunst, politiek en sociale structuren. Dit hier allemaal uitleggen zal ons te ver leiden. Het is onmogelijk alles te vatten en waarschijnlijk door een poging te doen zal ik ook zaken vergeten. Het is echter sterker dan mezelf en daarom een aantal krachtlijnen:


  • De technologische doorbraken van de 1e en de 2e industriële revolutie gaven de wereld een ander gezicht. De komst van de stoommachine, de mechanisatie in de textielindustrie en het ontstaan van nieuwe transportmiddelen (zoals spoorwegen en stoomschepen) veranderden de samenleving drastisch. Er waren grote innovaties op het gebied van staalproductie, elektriciteit en chemie. De uitvindingen van elektriciteit en de telefoon maakten communicatie en energievoorziening veel toegankelijker.

  • De 19e eeuw bracht ook baanbrekende wetenschappelijke ontdekkingen.

    • Charles Darwin ontwikkelde zijn evolutietheorie, gepubliceerd in On the Origin of Species (1859), wat leidde tot een nieuwe kijk op de biologie en onze plaats in de natuur.

    • Michael Faraday en James Clerk Maxwell legden de basis voor de moderne natuurkunde door hun werk aan elektromagnetisme, wat later weer cruciaal bleek voor de ontwikkeling van de radio, radar en moderne elektronica.

    • In de chemie legde Dmitri Mendelejev met zijn periodiek systeem een basis voor de moderne scheikunde.

  • Het is de tijd van belangrijke culturele stromingen zoals de romantiek, het realisme, het impressionisme:

    • Romantische schrijvers en dichters zoals William Wordsworth, Johann Wolfgang von Goethe, en Victor Hugo probeerden de menselijke natuur en emoties te begrijpen.

    • Daartegenover komt het realisme op, met auteurs zoals Charles Dickens, Fyodor Dostoyevsky en Gustave Flaubert, die het dagelijks leven en maatschappelijke ongelijkheden nauwkeurig beschreven. De rauwe, ontwrichte maatschappij als gevolg van de industrialisering.

    • Eind 19e eeuw ontstond het impressionisme met kunstenaars zoals Claude Monet en Edgar Degas die experimenteerden met kleur en licht, wat leidde tot een moderne, nieuwe kunststijl en de poort zal opengooien voor de moderne kunst.

  • De 19e eeuw was daarnaast ook een tijd van revolutionaire bewegingen en hervormingen, zoals de Napoleontische oorlogen en de Revolutie van 1848, die zowel democratische als nationalistische idealen opriepen. De opkomst van nieuwe ideologieën zoals socialisme, liberalisme en nationalisme vormden een reactie op de sociale ongelijkheden van de industriële samenleving. Europese landen vergrootten hun koloniale bezittingen, met name in Afrika en Azië.

  • Het is de tijd van de opkomst van de sociale bewegingen. In reactie op de vaak erbarmelijke arbeidsomstandigheden in de nieuwe industriële fabrieken kwamen arbeidersbewegingen en vakbonden op, die strijd voerden voor betere lonen, kortere werktijden en veilige arbeidsomstandigheden. Het was ook het begin van georganiseerde vrouwenbewegingen die streefden voor gelijke rechten. Ook het abolitionisme (de beweging om slavernij af te schaffen) kreeg vorm. Binnen de koloniale mogendheden kwam er protest en dit leidde tot cruciale stappen zoals de afschaffing van de slavernij in het Britse Rijk (1833) en later in de Verenigde Staten (1865).

  • Filosofen zoals Karl Marx en Friedrich Nietzsche bevroegen de veranderingen in de moderne wereld en formuleerden analyses en kritiek op de sociale ongelijkheden en de spirituele crisis die voortkwam uit de industriële en wetenschappelijke revoluties. Ook in de psychologie werd vooruitgang geboekt met Sigmund Freud en William James, die belangrijke werken schreven over het menselijk bewustzijn en het onderbewuste, en zo de weg vrijmaakten voor de moderne psychologie.


Zo even met zevenmijlslaarzen door die 19e eeuw gebanjerd. Wie meer hierover wil lezen en weten kan op deze site heel wat teksten vinden over boeken van auteurs uit de 19 eeuw of boeken van hedendaags auteurs over die 19e eeuw.


Hieronder heb ik twee schema’s opgesteld die de belangrijkste 19e-eeuwse gebeurtenissen weergeven in Italië en Frankrijk, zoals die in De Begraafplaats van Praag van Umberto Eco terugkomen. Deze gebeurtenissen vormen de historische achtergrond waarin Simonini's intriges en vervalsingen plaatsvinden.


Italië in de 19e eeuw – Belangrijke Gebeurtenissen

Gebeurtenis

Datum

Beschrijving

Congres van Wenen

1815

Na de val van Napoleon wordt Italië opgedeeld in kleine staten onder invloed van Oostenrijk. Dit vormt de basis voor een verspreide Italiaanse identiteit en roep naar eenheid (Risorgimento).

Oprichting van de Carbonari

Begin 19e eeuw

De Carbonari, een geheime revolutionaire beweging, zet zich in voor eenwording en onafhankelijkheid van Italië. Ze inspireren latere nationale bewegingen en zorgen voor verspreiding van liberalisme.

Opstanden van 1820-1821

1820-1821

Revolutionaire opstanden, geïnspireerd door de Carbonari, breken uit in Napels en Piëmont. Hoewel deze opstanden worden neergeslagen, versterken ze de wil tot Italiaanse eenwording en vrijheid.

Giuseppe Mazzini en Jong Italië

1831

Giuseppe Mazzini richt de beweging “Jong Italië” op, die streeft naar een onafhankelijk en verenigd Italië onder een republikeinse overheid. Mazzini’s ideeën vinden veel steun onder de Italiaanse jeugd.

Eerste Italiaanse Oorlog van Onafhankelijkheid

1848-1849

Piëmont en Sardinië voeren oorlog tegen Oostenrijk voor de Italiaanse eenwording, maar worden verslagen. Toch stimuleert dit verdere pogingen tot eenwording.

Cavour en het Koninkrijk Sardinië

1850s

Camillo di Cavour, premier van Sardinië-Piëmont, sluit allianties met Frankrijk om Oostenrijk te verslaan en een grotere Italiaanse eenheid te realiseren.

Tweede Italiaanse Oorlog van Onafhankelijkheid

1859

Frankrijk helpt Sardinië-Piëmont in een oorlog tegen Oostenrijk, wat resulteert in de overgave van Lombardije aan Sardinië. Dit is een belangrijke stap richting eenwording.

Expeditie van de Duizend (Garibaldi)

1860

Giuseppe Garibaldi, met steun van Cavour, leidt de “Duizend” in Sicilië en Zuid-Italië, wat uiteindelijk leidt tot de inlijving van deze gebieden bij Sardinië-Piëmont.

Uitroepen van het Koninkrijk Italië

1861

Victor Emanuel II wordt uitgeroepen tot koning van Italië. Het land is nog niet volledig verenigd, maar dit is een belangrijk moment voor het Italiaanse nationalisme.

Inlijving van Rome

1870

Na het vertrek van de Franse troepen uit Rome wordt de stad geannexeerd door het Koninkrijk Italië. Rome wordt de hoofdstad en de Italiaanse eenwording is (bijna) voltooid.

Frankrijk in de 19e eeuw – Belangrijke Gebeurtenissen

Gebeurtenis

Datum

Beschrijving

Val van Napoleon Bonaparte

1815

Na zijn nederlaag bij Waterloo wordt Napoleon verbannen en eindigt zijn keizerrijk. Frankrijk wordt een constitutionele monarchie onder Lodewijk XVIII.

Julirevolutie

1830

De Bourbon-koning Karel X wordt afgezet na een liberale revolutie, waarna de "burgerkoning" Lodewijk Filips op de troon komt. Dit luidt het tijdperk van de Julimonarchie in.

Februarirevolutie en Tweede Republiek

1848

Een opstand in Parijs leidt tot de afzetting van Lodewijk Filips en de oprichting van de Tweede Republiek. De nieuwe regering voert democratische hervormingen door en kiest Louis-Napoleon als president.

Staatsgreep van Louis-Napoleon

1851

Louis-Napoleon pleegt een staatsgreep en stelt zichzelf aan als president voor het leven. Dit luidt het begin in van het Tweede Keizerrijk, met Louis-Napoleon als Napoleon III.

Oprichting Tweede Keizerrijk

1852

Napoleon III kroont zichzelf tot keizer en breidt zijn macht uit. Onder zijn bewind worden zowel moderniseringen als repressieve maatregelen doorgevoerd, wat leidt tot groeiende spanningen.

Franse steun aan Italië

1859

Napoleon III helpt Italië in hun strijd tegen Oostenrijk, wat leidt tot de overgave van Lombardije. Dit speelt een grote rol in de Italiaanse eenwording en versterkt de Frans-Italiaanse alliantie.

Haussmann’s renovatie van Parijs

1853-1870

Baron Haussmann transformeert Parijs, creëert brede boulevards en moderne infrastructuur. Dit versterkt de controle over de stad, maar veroorzaakt ook sociale onrust.

Frans-Duitse Oorlog

1870-1871

De nederlaag van Frankrijk tegen Pruisen leidt tot het einde van het Tweede Keizerrijk en de gevangenname van Napoleon III. De nederlaag maakt de weg vrij voor de oprichting van de Derde Republiek.

Parijse Commune

1871

Radicale arbeiders nemen tijdelijk de controle over Parijs na de Frans-Duitse Oorlog, wat eindigt in een bloedige onderdrukking. Dit versterkt de sociale en politieke verdeeldheid in Frankrijk.

Dreyfus-affaire

1894-1906

De Joodse legerofficier Alfred Dreyfus wordt onterecht beschuldigd van verraad. De affaire verdeelt Frankrijk diep en illustreert het wijdverbreide antisemitisme en onrecht binnen de Franse samenleving.



We gaan op weg!

Eco is op zichzelf een wandelende bibliotheek en een meesterverteller. Iemand die schijnbaar moeiteloos historische feiten verweeft met fictieve elementen. In De Begraafplaats van Praag schetst Umberto Eco een complexe roman die de lezer meeneemt naar het donkere Parijs van de 19e eeuw, waar politieke, sociale en religieuze spanningen op hun hoogtepunt zijn. Eco neemt ons mee naar een huis e rgens in een kronkelend steegje in de buurt van de Sorbonne, waar het middeleeuwse Parijs nog niet of nauwelijks is aangetast. Parijs had in de 2e helft van de 19e eeuw een grote transformatie ondergaan onder architect Haussman, maar niet deze buurt. Ergens boven een brocantewinkel ontmoeten we een man aan een tafel en hij schrijft wat we verder in dit boek zullen lezen. Een oplichter, vervalser, spion? Maar wie is hij echt?


Wie ben ik? Wat antwoord je op zo'n vraag. De man geeft niet direct zichzelf bloot, maar kiest ervoor een grote omweg te nemen door zich eerst de vraag te stellen: "Wie haat ik?". Op zich raar om je zo aan een ander voor te stellen, maar dat maakt de kennismaking met deze man direct zeer interessant. Hij definieert wie hij is vanuit zijn negatieve relatie met de wereld om hem heen. En hij haat wat af: Joden, Duitsers, Italianen, Fransen en de Kerk natuurlijk. De psychologische diepte van Simonini, die zichzelf via haat definieert, illustreert treffend hoe men identiteit kan ontlenen aan een vijandbeeld. Van al dat haten krijgt hij honger en hij gaat op weg door Parijs op zoek naar een lekker stuk vlees. Op straat neemt hij de vermomming aan van kapitein Simonini. Door zijn ogen zien we het Parijse straatleven en mijmert hij over de teloorgang van het Parijs van weleer:


"Maar goed, sinds je overal waar je je bevindt in de verte die puntenslijper van de Eiffeltoren ziet opduiken, is Parijs niet meer wat het geweest is." (p28)


Terug op zijn appartement lijkt hij in verwarring. Is hij wel zeker wie hij is? Lijdt hij aan geheugenverlies? We zoeken samen verder.


Zijn liefde voor eten brengt Simonini vaak in restaurant Chez Magny. Hier komt hij in contact met in vooraanstaande figuren uit de medische en psychologische wereld van de 19e eeuw, waaronder een jonge Freud en enkele dokters die refereren aan Jean-Martin Charcot, de beroemde Franse neuroloog die veel onderzoek deed naar hysterie en hypnose.

Le Tableau de Brouillet (1887) : « Une leçon de Charcot à la Salpêtrière »

Tijdens het diner observeert Simonini de gesprekken en meningen van de aanwezige dokters over de populaire, maar controversiële onderwerpen van die tijd, zoals hypnose, hysterie, en de psychologische theorieën die in opkomst zijn. Voor Simonini, een meester in manipulatie en vervalsing, is de ontmoeting met deze medici tegelijk leerzaam en amusant. Hij is vooral gefascineerd door de manier waarop deze intellectuelen praten over de menselijke geest en zijn kwalen, en hij neemt hun ideeën op. Zijn herinnering aan het gesprek met Freud doet hem verder nadenken aan zijn geheugenverlies. Hoe kan hij weten wie hij is? Hij moet verder zoeken.


Op zoek naar wie hij is, daalt hij af in zijn jeugdherinneringen. Simone Simonini schetst hoe hij zijn grootvader een doorslaggevende invloed had op zijn wereldbeeld en zijn latere keuzes. Simoninis grootvader was een uitgesproken reactionair en monarchist die vasthoudt aan de waarden van het Ancien Régime, dat vóór de Franse Revolutie heerste. Hij verafschuwt de idealen van vrijheid, gelijkheid en broederschap die de Revolutie teweegbracht, en ziet deze als bedreigingen voor de gevestigde orde en voor de traditionele hiërarchieën die hij koestert.


Me besproeiend met speeksel zette grootvader me zijn theorie uiteen: De Revolutie, m’n jongen, heeft ons tot slaven van een atheïstische staat gemaakt, ongelijker dan daarvoor, en

de Kaïn van de ander. Het is niet goed om al te vrij te zijn en het iis ook niet goed om alles te hebben wat je nodig hebt. Onze vaders waren armer en gelukkiger, omdat ze in contact stonden met de natuur. De moderne wereld heeft ons stoom gegeven, die het land met stank vervult, mechani­sche weefgetouwen die menige arme ziel van werk hebben beroofd en er wordt niet eens meer textiel geproduceerd dan vroeger. De mfs dit aan zichzelf is overgeleverd, is te slecht om vrij te kunnen zijn. Het beetje vrij­heid dat hij nodig heeft, moet hem door een vorst worden gegarandeerd(p.58)


Zijn grootvader voedt hem met de gedachte dat vrijmetselaars, de illuminaten en de joden samenwerkten in geheime genootschappen om de gevestigde orde te ondermijnen. De logica van grootvader was onverbiddelijk: Joden die geen traditionele kleding dragen en ogenschijnlijk geassimileerd zijn, zijn juist gevaarlijk, want ze zijn ‘vermomd’. In antisemitische en antimaçonnieke propaganda werd vaak beweerd dat joden en vrijmetselaars deel uitmaakten van een wereldwijde samenzwering om controle over regeringen, economieën en de publieke opinie te krijgen. Naast de theorie van wereldoverheesing komen ook andere typische antisemitische ideeën van de 19e eeuw aan bod, waaronder het beruchte “bloedsprookje” of “rituele moordtheorie.” Volgens deze mythe, die zijn oorsprong vindt in middeleeuwse Europa, zouden joden christenen – vaak kinderen – doden om hun bloed te gebruiken in rituelen, met name tijdens het Joodse Pesachfeest.

De drie-jarige Simon van Trente wordt ritueel gekruisigd door een groep Joden (1475). Afbeelding afkomstig uit Joh. Lodew. Gottfrieds Historische kronyck (1698, pp. 1407-1408)

Simoninis vader is daarentegen een tegenpool van zijn grootvader. Simoninis vader heeft juist sympathieën voor de liberale en revolutionaire bewegingen die streven naar een nieuw Italië en maatschappelijke hervormingen. Hij gelooft in vooruitgang en moderniteit, en hij voelt zich aangetrokken tot de waarden van vrijheid en gelijkheid die de Revolutie belichaamde. Dit maakt hem tot een voorstander van het Risorgimento, de beweging voor de eenwording van Italië, die zich richtte tegen de macht van de oude monarchieën en voor de opbouw van een moderne Italiaanse staat. Via zijn vader maakt hij kennis met het werk van Alexandre Dumas, de beroemde Franse schrijver van onder andere De Drie Musketiers en De Graaf van Monte-Cristo én een vrijmetselaar. Simonini denkt terug aan het boek Joseph Balsamo, het eerste deel van de romancyclus Mémoires d’un médecin van Alexandre Dumas. In dit boek komen de thema’s en idealen van de vrijmetselarij op verschillende manieren tot uiting. Het boek speelt zich af aan de vooravond van de Franse Revolutie en verkent de politieke en maatschappelijke spanningen van die tijd, terwijl het personage Joseph Balsamo, geïnspireerd op de historische figuur graaf Alessandro Cagliostro, een mysterieuze occultist en alchemist, als een soort profeet van revolutie en verandering fungeert.


Deze tegengestelde invloeden zorgen voor een innerlijke verdeeldheid bij de jonge Simonini. Enerzijds bewondert hij de vastberadenheid en het machtsdenken van zijn grootvader, anderzijds krijgt hij door zijn vader een blik op de wereld die meer open en progressief is. Deze ideologische gespletenheid draagt bij aan Simonini's obsessie met bedrog en manipulatie. De haat en het wantrouwen van zijn grootvader lijkt uiteindelijk een diepere indruk op hem te maken, mede omdat hij door omstandigheden dichter bij zijn grootvader opgroeit. Simonini internaliseert de paranoia en het complotdenken van zijn grootvader en wordt doordrongen van diens wereldbeeld.


Na de dood van zijn vader, gesneuveld in de strijd voor een vrij Italië, en de dood van zijn grootvader, blijft Simonini alleen en berooid achter. Op dit cruciale moment komt notaris Rebaudengo in zijn leven. Rebaudengo is een corrupte man die vooral bezig is met zichzelf te verrijken ten koste van zijn klanten waaronder ook de grootvader van Simonini was. Rebaudengo heeft banden met de Carbonari, een geheime revolutionaire groepering die vecht voor de eenwording van Italië en tegen de overheersing van buitenlandse machten. Hij biedt Simonini een uitweg uit zijn benarde situatie door hem een plaats te geven in zijn kantoor, maar dit aanbod is niet zonder voorwaarden. Rebaudengo zet hem aan het werk als vervalser, waarbij hij hem leert hoe documenten, handtekeningen en andere papieren te fabriceren om politieke doeleinden te dienen. Allemaal zaken waar Simonini veel talent blijkt voor te bezitten. Via Rebaudengo raakt hij betrokken bij de Carbonari, maar hij voelt echter geen ideologische betrokkenheid, maar vooral een persoonlijke ambitie en honger naar geld en macht.

Inwijding van een nieuw lid in een groep van de Carbonari, netwerk van revolutionaire geheime genootschappen in Italië

Simonini’s betrokkenheid bij de Carbonari komt tot een duister einde wanneer hij – gedreven door opportunisme en eigenbelang – besluit hen te verraden. Ook zijn leermeester Rebaudengo moet eraan geloven.


Italië raakt steeds meer in de greep van de risorgimento, het streven naar een eengemaakt land. Simonini raakt betrokken bij spionage-activiteiten om ondermeer het doen en laten van Garibaldi en zijn vrijheidsstrijders te rapporteren. Garibaldi en zijn vrijwilligersleger, bekend als de Roodhemden, proberen Italië te bevrijden van buitenlandse en reactionaire heersers.


In Simonini’s ogen zijn revolutionairen als Garibaldi echter niets meer dan gevaarlijke onruststokers die de gevestigde orde bedreigen. Hij kijkt met wantrouwen naar Garibaldi en de Risorgimento, omdat hij geen enkele sympathie heeft voor idealen als vrijheid, gelijkheid en nationale eenheid. In zijn werk voor de inlichtingendienst en in zijn vervalsingen richt Simonini zich er dan ook op om revolutionaire bewegingen zoals die van Garibaldi te ondermijnen. Hij maakt gebruik van propaganda en vervalste documenten om figuren als Garibaldi en zijn volgelingen in een kwaad daglicht te stellen. Door geruchten te verspreiden over hun vermeende banden met geheimzinnige genootschappen, vrijmetselaars en zelfs joden, draagt hij bij aan een sfeer van paranoia en wantrouwen rondom Garibaldi’s beweging. Op deze manier probeert Simonini het succes en de publieke steun voor Garibaldi en zijn nationalistische doelstellingen te ondermijnen.


Garibaldi fungeert in dit hoofdstuk dan ook als een moreel contrast met Simonini. Terwijl Garibaldi staat voor opoffering, moed en nationale idealen, belichaamt Simonini egoïsme, haat en manipulatie. Garibaldi’s rol toont de botsing tussen de idealen van de Italiaanse eenwordingsbeweging en de donkere, cynische onderstromen die Simonini vertegenwoordigt. Simonini’s afkeer van figuren als Garibaldi benadrukt zijn onverschilligheid voor de toekomst van Italië en zijn bereidheid om alles en iedereen te verraden als dat in zijn eigen voordeel is.


Na zijn avontuur in Italië neemt hij de wijk naar Parijs. Hij is nu fulltime vervalser en verdient goed geld. Eco laat hem met veel fraaie details het negentiende-eeuwse Parijs verkennen, zoals de brasserie femmes, een soort bordelen, en de vele passages met elk hun eigen sfeer.

Le passage en 1877 (Dessin du A.-P. Martial)

De Passage Jouffroy bijvoorbeeld, waar heren op leeftijd, de zogeheten suiveurs, naartoe gaan om de fabrieksmeisjes die daar flaneren te bespioneren. Alleen, het zijn geen fabrieksmeisjes: ze doen alsof, om de perverse genoegens van de bemiddelde heren te bevredigen, en sommige meisjes kunnen daar zelfs van leven als de heren hun wat geld toestoppen. Simonini volgt die heren soms, en noteert alvast hun adres zodat hij ze in geval van nood nog eens kan chanteren, ‘je weet maar nooit’. Uit nieuwsgierigheid gaat hij naar de Porte de Clignancourt waar de lompenhandelaren eten in een nattevoetenrestaurant, zo genoemd omdat de clientèle buiten staat te wachten. Wie aan de beurt is, mag voor een stuiver een vork in een pan soep steken om er iets eetbaars uit te vissen. Hij komt in de Chateau Rouge, waar handelaren in foetussen de bij ziekenhuizen opgehaalde lichaampjes verkopen aan medische studenten en andere geïnteresseerden.


Het antisemitisme van Simonini wordt steeds sterker en houdt Eco’s roman tot de laatste bladzijde in zijn greep.

Simonini gebruikt vaak ideeën en passages die ontleend zijn aan bestaande teksten om zijn vervalsingen geloofwaardiger te maken. Dialogue aux enfers entre Machiavel et Montesquieu (1864) is een van die werken die Simonini als sjabloon gebruikt voor zijn vervalste documenten. Het boek van Joly bevat dialogen waarin Machiavelli Montesquieu overtreft in een discussie over macht en manipulatie, en deze dialoogvorm en manipulatieve inhoud past precies bij de werkwijze van Simonini, die immers een meestervervalser en samenzweringstheoreticus is. Joly’s satirische dialoog, oorspronkelijk bedoeld als kritiek op de tirannieke macht van Napoleon III, wordt in het verhaal misbruikt om de zogenaamd geheime praktijken en ambities van Joden en vrijmetselaars te veroordelen. Simonini en zijn handlangers nemen fragmenten van Joly’s tekst en passen deze aan om het bestaan van een Joodse samenzwering te “bewijzen.” Door Joly’s ideeën te vervormen, creëren ze een fictief scenario waarin de machtsstrategieën die Joly eigenlijk aan machtsbeluste politici toeschreef, worden toegeschreven aan Joden en vrijmetselaars.

De Dreyfus-affaire komt voorbij. Een schandaal dat eind 19e eeuw Frankrijk verscheurde, betrof de valse beschuldiging van spionage tegen Alfred Dreyfus, een Joodse officier in het Franse leger. Het proces tegen Dreyfus werd gekenmerkt door sterke antisemitische vooroordelen en corruptie binnen de legerleiding, die bewijzen manipuleerde om Dreyfus als zondebok aan te wijzen.

Bekende spotprent uit Le Figaro over hoe de Dreyfus-affaire de gemoederen beroerde.

Ronduit spannend wordt het als Simonini met Leo Taxil een vervolgverhaal schrijft over duivels en satanisten, waarbij zij handig gebruikmaken van de hersenspinsels van de geesteszieke zieneres Diana. Simonini doodt haar in een woede-uitbarsting en legt haar lichaam naast de overige slachtoffers die hij in de afgelopen jaren heeft gemaakt, in het riool dat een van de nieuwigheden is waar Parijs in die jaren prat op gaat. Een andere nieuwigheid, het ondergrondse gangenstelsel dat de metro moest gaan worden, wordt door Simonini handig ingepast in een van zijn gruwelverhalen over de Joden: die zouden de ondergrondse aanleggen alleen maar om zo de stad te kunnen opblazen.



Léo Taxil, een echte historische figuur en notoire fraudeur, speelt in Eco’s roman de rol van een inspirator en medeplichtige voor Simonini’s ideeën. Taxil staat bekend om zijn hoax tegen de vrijmetselarij: hij publiceerde schokkende en verzonnen verhalen over satanische rituelen en complotten binnen de vrijmetselaarsloge, die hij later bekende zelf verzonnen te hebben. Zijn werk was doorspekt met absurde, maar sensationele verhalen die een groot publiek bereikten en tot grote ophef leidden. In de roman werkt Taxil samen met Simonini en versterkt hij Simonini's antisemitische en antimaçonnieke vervalsingen door zijn eigen flamboyante stijl van misleiding toe te passen.


Simonini’s meesterwerk in vervalsing ontstaat echter wanneer hij de samenzweringstheorie bedenkt over een bijeenkomst van Joodse rabbi’s op de begraafplaats van Praag. Hier smeedt hij het beruchte complot waarin joodse leiders zouden hebben besloten de wereld te domineren, een fictieve bijeenkomst die Eco’s roman zijn titel geeft. Geïnspireerd door de verhalen die hij hoorde, ontwikkelt Simonini zijn eigen versie van een wereldwijde joodse samenzwering en gelooft hij uiteindelijk in zijn eigen verzinsel. Hoe meer hij zijn verslag van die fictieve bijeenkomst van rabbi’s perfectioneert, hoe woedender Simonini wordt op de Joden.


“Echt, je had er die nacht op de begraafplaats in Praag bij moeten zijn, potdomme, of op zijn minst mijn getuigenis van die gebeurtenis moeten lezen, om te kunnen begrijpen dat men niet langer mocht dulden dat dat verdomde ras onze levens vergiftigde!” (p.235)


Eco’s verhaal legt hierbij niet alleen de dynamiek van vervalsing en de invloed van propaganda bloot, maar laat ook zien hoe deze leugens uiteindelijk hun eigen schepper overnemen, tot het punt dat Simonini zelf gelooft in de verzinsels die hij creëert. Simonini wordt opgeslokt door zijn eigen creatie en ontwikkelt een gevaarlijke haat tegen de Joden. Zijn verhaal van de Joodse bijeenkomst waar het complot tegen de wereld wordt gesmeed, wordt geplagieerd in de driedelige roman Biarritz door de romanschrijver Goedsche, die publiceerde onder de naam Sir John Retcliffe. Ook verschijnt het elders in pamfletvorm. Kortom, het verhaal verspreidt zich en het wordt door het publiek gevreten alsof het werkelijk heeft plaatsgevonden. Simonini raakt bovendien bevriend met Léo Taxil, die een sterke antipathie tegen vrijmetselaars koestert. Taxil, een meester in het verspreiden van schokkende verhalen over de vermeende praktijken van vrijmetselaars, benadrukt de irrationaliteit van het geloof in samenzweringstheorieën, en Simonini draagt bij aan deze verzinsels:


“Het belangrijkste kenmerk van mensen is dat ze bereid zijn alles te geloven. Hoe had de kerk zonder die universele goedgelovigheid anders bijna tweeduizend jaar kunnen standhouden?” (p.323)

Onder Taxils naam worden vele boeken en pamfletten gepubliceerd, waarin de meest wilde horrorverhalen over de praktijken van vrijmetselaars worden uiteengezet.


Uiteindelijk slaagt Simonini erin zijn vervalste documenten over de joodse bijeenkomst door te sluizen naar Russische inlichtingendiensten, die de documenten vertalen en wereldwijd verspreiden als De Protocollen van de Wijzen van Zion. Deze publicatie, die in 1905 voor het eerst in het Russisch verschijnt, voedt antisemitische gevoelens in Europa en vindt later ook zijn weg naar de ideologie van het nazisme. Eco toont met dit werk hoe giftige ideeën, eenmaal verspreid, kunnen blijven circuleren en ontwrichtende gevolgen hebben.



Overzicht van de belangrijkste thema’s, intriges, historische gebeurtenissen en complotten

Hieronder geef ik een overzicht van de belangrijkste thema’s, intriges, historische gebeurtenissen en complotten die in het boek aan bod komen. Dit schema illustreert de complexe samenhang tussen Simonini’s persoonlijke verhaal en de bredere historische context waarin antisemitisme, politieke samenzweringen en vervalsingen centraal staan.

Thema of Intrige

Beschrijving

Identiteitscrisis en geheugenverlies

Simonini introduceert zichzelf met “Wie haat ik?”, wat zijn vervormde zelfbeeld toont. Hij lijdt aan geheugenverlies en onderzoekt zijn verleden om zichzelf beter te begrijpen.

Invloed van grootvader (Ancien Régime)

Simonini’s grootvader voedt hem op met reactionaire, monarchistische waarden en antisemitisme. Zijn haat tegen de idealen van vrijheid en gelijkheid voedt Simonini’s kijk op de wereld.

Vader als tegenpool (Risorgimento)

Simonini’s vader vertegenwoordigt liberalisme en steunt het Risorgimento. Hij bewondert vrijheid en vooruitgang, maar zijn idealen krijgen minder invloed door zijn vroege dood.

Antisemitisme en samenzweringstheorieën

Simonini’s antisemitische ideeën ontwikkelen zich verder onder invloed van complottheorieën uit de 19e eeuw, zoals het “bloedsprookje” en het idee van Joodse wereldheerschappij.

Historische context - Parijse transformatie

Het Parijs van de 19e eeuw verandert drastisch onder Haussmann, maar Simonini leeft in een gebied waar dit minder merkbaar is. De stad vormt een achtergrond voor politieke en sociale spanningen.

Maatschappelijke rol van wetenschap en psychologie

Simonini komt in contact met figuren als Freud en artsen zoals Charcot. Deze ontmoetingen geven hem inzicht in het menselijk brein, wat zijn vaardigheden als vervalser en manipulator versterkt.

Werk bij notaris Rebaudengo

Rebaudengo, een corrupte notaris met banden bij de Carbonari, zet Simonini aan als vervalser. Deze samenwerking leidt tot zijn carrière als meestervervalser, zonder ideologische loyaliteit.

Betrokkenheid bij de Carbonari

De Carbonari is een revolutionaire groep voor Italiaanse eenwording, maar Simonini werkt enkel mee uit eigenbelang. Hij verraadt hen uiteindelijk, gedreven door opportunisme.

Spionage tegen Garibaldi en Risorgimento

Simonini werkt mee aan het ondermijnen van Garibaldi’s beweging door hen via propaganda te beschuldigen van banden met vrijmetselaars en Joden. Hij ziet Garibaldi’s vrijheidsidealen als een bedreiging voor de gevestigde orde.

Samenwerking met Léo Taxil

Samen met Taxil, een beruchte fraudeur, creëert Simonini antisemitische en antimaçonnieke verhalen. Deze absurde complotten, vol satanisme en geheimzinnigheid, vinden een groot publiek.

Vervalsing van historische teksten (bijv. Joly’s Dialogue aux Enfers)

Simonini gebruikt bestaande teksten zoals het boek van Maurice Joly als basis voor zijn eigen vervalsingen, waarmee hij complotten geloofwaardiger maakt en antisemitische ideeën verspreidt.

De Dreyfus-affaire

De valse beschuldiging tegen de Joodse officier Alfred Dreyfus belicht het antisemitisme binnen de Franse samenleving. Deze affaire wordt in de roman als voorbeeld van staatsverraad en corruptie gebruikt.

Ontstaan van de "Protocollen van de Wijzen van Zion"

Simonini creëert uiteindelijk het fictieve complot van een Joodse bijeenkomst op de begraafplaats van Praag. Dit document wordt de basis voor de Protocollen van de Wijzen van Zion, met grote historische gevolgen.

Dit schema toont hoe Eco de innerlijke wereld van Simonini verweeft met historische gebeurtenissen en theorieën die vorm geven aan het antisemitisme en de samenzweringstheorieën die Europa in de 19e en 20e eeuw hebben beïnvloed. De roman fungeert daarmee als een satirische kritiek op hoe haat en vooroordelen kunnen leiden tot destructieve geschiedvervalsingen.


Wat vond ik er nu van?

Het was een kluif en vaak verwarrend, maar vanuit die verwarring ga je op zoek en wordt het stap per stap duidelijk. Fake news en complottheorieën, niets nieuws onder de zon. Het boek beschrijft hoe tijdens de verwarrende 19e E er een botsing ontstaat van de oude wereld en de nieuwe technologie en hoe complotten hun weg zoeken. Een boek over de 19e E en toch brandend actueel. Eco’s roman legt op sublieme wijze de destructieve kracht van samenzweringstheorieën bloot en laat zien hoe een cynische vervalser als Simonini in zijn zoektocht naar macht en zelfbevestiging een monsterlijk document creëert dat de loop van de geschiedenis verandert. Eco creëert hiermee een gelaagde en scherpzinnige roman, waarin de lezer zowel de historische als psychologische complexiteit van complottheorieën ontdekt. Simonini’s verhaal fungeert als een weerspiegeling van de donkere kant van de menselijke psyche en de gevaren van ongebreidelde haat en vooroordelen.


Met De Begraafplaats van Praag heeft Eco een roman gecreëerd die niet alleen de kracht van complottheorieën onderzoekt, maar ook de diepe menselijke behoefte om in eenvoudige vijanden te geloven in een chaotische wereld. Het verhaal is zowel een historisch onderzoek als een psychologische studie, waarbij de lezer wordt uitgedaagd om na te denken over de inherente gevaren van haat en de verwoestende kracht van leugens die als waarheid worden verkocht.


Via deze link vind je een uitgebreid interview met de auteur: https://www.vpro.nl/speel~POMS_VPRO_205361~7-maart-2011-umberto-eco~.html




Comments


bottom of page