Wachten op de barbaren (1980) J.M. Coetzee
- Wouter Vanderstraeten
- 22 feb
- 4 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 25 feb

J.M. Coetzees roman Wachten op de barbaren is een indringende allegorie over macht, onderdrukking en paranoia. Het boek speelt zich af in een niet nader genoemd grensgebied van een fictief Rijk, waar de protagonist, de Magistraat, een administratief beambte, worstelt met de morele implicaties van het koloniale bewind waaraan hij deelneemt.
Het verhaal volgt de Magistraat, die jarenlang in relatieve rust het bestuur heeft gevoerd over een grensdorp van het Rijk. Hij leeft in harmonie met de plaatselijke bevolking en onderhoudt zelfs betrekkingen met de nomadische volkeren buiten de grenzen van het Rijk. Zijn vreedzame bestaan wordt echter verstoord wanneer kolonel Joll arriveert, een vertegenwoordiger van het Derde Bureau, de geheime dienst van het Rijk. Joll gelooft dat de nomaden een ernstige dreiging vormen en voert een genadeloze campagne van marteling en onderdrukking tegen hen. De Magistraat, die altijd een zekere morele afstand tot het regime heeft gehouden, is getuige van de wreedheden en raakt steeds meer in gewetensnood.
Wanneer hij een jonge nomadenvrouw in huis neemt die door de soldaten mishandeld en gemarteld werd, groeit zijn afkeer van de methoden van het Rijk. Hij probeert haar te verzorgen en haar fysiek en emotioneel herstel te bevorderen, maar blijft worstelen met zijn gevoelens voor haar. Uiteindelijk besluit hij haar terug te brengen naar haar volk, een daad die door de autoriteiten wordt geïnterpreteerd als een teken van verraad. Bij zijn terugkeer wordt hij gearresteerd en onderworpen aan dezelfde martelpraktijken die hij eerder veroordeelde. Hij wordt vernederd, gevangen gezet en zijn positie als Magistraat wordt hem ontnomen.
Ondertussen trekt het leger eropuit om de nomaden definitief uit te schakelen, maar de veldtocht eindigt in een fiasco. De vijand waar het Rijk zich zo voor vreesde, blijkt grotendeels ongrijpbaar en misschien zelfs ingebeeld. Wanneer de militairen, uitgeput en gedemoraliseerd, zonder overwinning terugkeren, brokkelt de macht van het Rijk in het grensdorp af. De soldaten vertrekken, kolonel Joll verdwijnt en de Magistraat, hoewel gebroken, hervat zijn leven te midden van de achtergebleven dorpelingen. Hij probeert de gemeenschap opnieuw op te bouwen, maar de toekomst blijft onzeker. De barbaren, de dreiging die alles zou rechtvaardigen, zijn nooit gekomen.
De roman is een scherpe kritiek op koloniale overheersing en de manier waarop paranoia en machtsstructuren leiden tot geweld en onderdrukking. De barbaren in het verhaal blijven grotendeels afwezig; ze bestaan slechts in de angstige verbeelding van het Rijk. Dit maakt de roman tot een krachtige allegorie voor regimes die een externe vijand nodig hebben om hun eigen legitimiteit te handhaven.
De Magistraat fungeert als een tragisch figuur die zich langzaam losmaakt van het ideologische keurslijf van het Rijk. Zijn groeiende empathie voor de nomaden plaatst hem in direct conflict met de militairen en de dorpsgemeenschap, die eerder geleid worden door angst dan door rede. De roman laat zien hoe een paranoïde wereldbeeld zichzelf in stand houdt: de dreiging van de barbaren moet wel reëel zijn, anders zouden de repressieve middelen van het Rijk geen rechtvaardiging hebben.
Coetzees stijl is sober, helder en vaak afstandelijk, wat de beklemmende sfeer van de roman versterkt. De vertelstem van de Magistraat is introspectief en observerend, waarbij hij niet alleen de gebeurtenissen om hem heen beschrijft, maar ook zijn eigen morele transformatie en innerlijke conflicten.
De prozaïsche directheid van Coetzees stijl staat in contrast met de psychologische en filosofische diepgang van het verhaal. Er is een zekere spaarzaamheid in de beschrijving van geweld, waardoor de impact ervan des te schrijnender wordt. De dialogen zijn vaak kort en zakelijk, wat bijdraagt aan de vervreemding en onverbiddelijkheid van het Rijk als onderdrukkend systeem.
Een interessante parallel kan worden getrokken met Het verslag van Brodeck (2007) van Philippe Claudel. Beide romans behandelen thema’s van paranoia, collectieve schuld en de demonisering van de ‘ander’. In Claudels roman keert de hoofdpersoon Brodeck terug naar zijn dorp na een periode van gevangenschap in een concentratiekamp, en wordt hij geconfronteerd met de vijandigheid van de dorpsgemeenschap. Net als de Magistraat wordt Brodeck een buitenstaander in een samenleving die zijn morele standpunt niet accepteert.
Stilistisch zijn er ook overeenkomsten: Claudel hanteert een sobere, poëtische schrijfstijl die, net als bij Coetzee, de onontkoombare dreiging van het verhaal versterkt. Beide werken spelen zich af in een onbepaald tijdperk en plaats, wat hen een universele kracht geeft.
Wachten op de barbaren is een meeslepende, moreel geladen roman die de mechanismen van macht en onderdrukking op ontnuchterende wijze blootlegt. Coetzee toont hoe een samenleving zichzelf kan verliezen in een ideologisch vijandbeeld en hoe angst de basis vormt van geweld en tirannie. De spaarzame maar intense stijl van Coetzee draagt bij aan de beklemming van het verhaal, waardoor de roman een tijdloze relevantie behoudt. In combinatie met werken zoals Het verslag van Brodeck wordt de roman een fundamentele studie van de psychologie van angst, schuld en menselijke wreedheid.
Over de auteur
John Maxwell Coetzee werd geboren in 1940 in Kaapstad, Zuid-Afrika. Hij studeerde Engelse literatuur en wiskunde en promoveerde later aan de Universiteit van Texas. Coetzees werk wordt gekenmerkt door zijn kritische houding tegenover kolonialisme, apartheid en morele kwesties in de moderne samenleving. Hij won tweemaal de Booker Prize en ontving in 2003 de Nobelprijs voor Literatuur.

Wachten op de barbaren werd in zijn thuisland Zuid-Afrika met gemengde gevoelens ontvangen. Hoewel het internationaal lof oogstte vanwege de diepgaande analyse van macht en onderdrukking, werd het in Zuid-Afrika, dat destijds nog onder het apartheidsregime stond, gezien als een kritiek op het bewind. De roman werd vaak gelezen als een allegorie van de repressieve politiek van de Zuid-Afrikaanse regering en de systematische onderdrukking van niet-blanke bevolkingsgroepen.
Wie graag de schrijver beter wil leren kennen, kan zeker naar onderstaande aflevering kijken van het fantastische "Van de schoonheid en de troost" gemaakt door Wim Kayzer.



Opmerkingen