top of page

Feitenkennis: 10 redenen waarom we een verkeerd beeld van de wereld hebben en waarom het beter gaat dan je denkt - Hans Rosling

Bijgewerkt op: 8 okt

ree

“Hoe staat de wereld ervoor?”


Als je deze vraag stelt op straat, in een klaslokaal of zelfs aan beleidsmakers, krijg je meestal pessimistische antwoorden. Extreme armoede, hongersnood, overbevolking, oorlog,... Het lijkt alsof alles achteruitgaat. Maar klopt dat beeld eigenlijk wel?

Kama 4315: jongeren hebben het moeilijkBron Kamagurka
Kama 4315: jongeren hebben het moeilijkBron Kamagurka

In Feitenkennis. 10 redenen waarom we een verkeerd beeld hebben van de wereld en waarom het beter gaat dan je denkt, houdt de Zweedse arts en statisticus Hans Rosling (1948-2017) de lezer een spiegel voor. In samenwerking met zijn zoon Ola Rosling en schoondochter Anna Rosling Rönnlund, verweeft hij decennialang onderzoek, statistiek én wereldwijde praktijkervaring tot een heldere boodschap: het gaat veel beter met de wereld dan we denken, maar ons brein werkt ons tegen.


ree

Centraal in het boek staat een eenvoudige maar zeer opvallende observatie. Wanneer mensen wereldwijd een quiz maken over feiten rond armoede, onderwijs, levensverwachting en andere globale indicatoren, scoren ze consequent slechter dan wat je zou verwachten bij willekeurige gokjes. Zelfs topacademici, journalisten en VN-functionarissen doen het beroerd. Volgens Rosling is dit niet het gevolg van domheid, maar heeft het meer te maken met de manier waarop ons brein informatie verwerkt.


"Denk aan de wereld. Oorlog, geweld, natuurrampen, door de mens veroorzaakte rampen, corruptie. De dingen zijn slecht, en het voelt alsof ze erger worden, toch? De rijken worden rijker en de armen worden armer; en het aantal armen blijft maar toenemen; en we zullen binnenkort geen grondstoffen meer hebben tenzij we iets drastisch doen. Dat is tenminste het beeld dat de meeste westerlingen in de media zien en in hun hoofd meedragen. Ik noem het het overdramatische wereldbeeld. Het is stressvol en misleidend. In feite leeft de overgrote meerderheid van de wereldbevolking ergens in het midden van de inkomensschaal. Misschien zijn ze niet wat wij als middenklasse beschouwen, maar ze leven niet in extreme armoede. Hun meisjes gaan naar school, hun kinderen worden ingeënt, ze leven in gezinnen met twee kinderen en ze willen naar het buitenland op vakantie, niet als vluchteling. Stap voor stap, jaar voor jaar, wordt de wereld beter. Niet elk jaar op elke afzonderlijke maatregel, maar als regel. Hoewel de wereld voor enorme uitdagingen staat, hebben we enorme vooruitgang geboekt. Dit is het op feiten gebaseerde wereldbeeld."


Rosling introduceert het concept van de "drama-instincten". Hij verstaat hieronder automatische denkpatronen die ons wereldbeeld vertekenen. Elk hoofdstuk wijdt hij aan één van deze instincten, onderbouwd met data, persoonlijke anekdotes en interessante visualisaties.


De 10 drama-instincten uitgelegd:

1. Het kloofinstinct

We denken graag in uitersten: rijk versus arm, west versus rest, ontwikkeld versus onderontwikkeld. In werkelijkheid leeft het merendeel van de wereldbevolking op een gemiddeld inkomensniveau, ergens tussen die uitersten in. Dit instinct versimpelt de wereld tot een zwart-witbeeld dat niet overeenkomt met de grijze nuances van de realiteit.

ree

2. Het negativiteitsinstinct

Het negativiteitsinstinct zorgt ervoor dat we negatieve informatie meer aandacht geven dan positieve. We denken dat alles achteruitgaat, terwijl er op talloze fronten vooruitgang is geboekt: minder kindersterfte, minder extreme armoede, meer onderwijs voor meisjes, enzovoort. Dat deze verbeteringen nauwelijks opvallen, komt onder andere doordat media vooral focussen op uitzonderingen en crises.


3. Het rechte-lijninstinct

Het rechte-lijninstinct maakt dat we ontwikkelingen automatisch lineair doortrekken. Bevolkingsgroei, bijvoorbeeld, wordt vaak als onbeheersbaar voorgesteld, terwijl Rosling uitlegt dat de groei wereldwijd juist stabiliseert naarmate mensen welvarender en beter opgeleid worden. Veel trends volgen eerder een S-curve dan een rechte lijn.


4. Het angstinstinct

Het angstinstinct zorgt ervoor dat zeldzame, maar schokkende gebeurtenissen – zoals terroristische aanslagen – ons sterker bijblijven dan alledaagse maar dodelijkere risico’s, zoals verkeersongevallen. Ons oerbrein is geprogrammeerd om op gevaar te reageren, waardoor zeldenheden onevenredig zwaar meewegen.


5. Het grootte-instinct

Zonder context kunnen cijfers misleidend zijn. Rosling hamert op het belang van relativeren: “Is 400.000 veel? Hangt ervan af waarvan.” Zonder vergelijkingsbasis zijn cijfers slechts ruis. Het grootte-instinct leidt ertoe dat we indrukwekkende cijfers overschatten als we ze los van context horen. Getallen lijken op zichzelf betekenisvol, maar zeggen pas iets als we ze in verhouding plaatsen – per hoofd van de bevolking, over tijd, of ten opzichte van andere landen.


6. Het generalisatie-instinct

We nemen snel één voorbeeld als representatief voor een hele groep. Bijvoorbeeld: “Afrika is arm.” We spreken over “Afrika” alsof het een land is, terwijl het een continent is met 54 landen en enorme onderlinge verschillen. Rosling pleit voor specifieke data boven simplistische etiketten.


7. Het lotsinstinct

De misvatting dat culturen of naties niet kunnen veranderen. Rosling toont met statistieken hoe landen als Zuid-Korea, Rwanda en Bangladesh enorme sprongen hebben gemaakt in gezondheid en onderwijs.


8. Het enkelvoudig-perspectiefinstinct

De wereld is complex, maar we zoeken simpele verklaringen. Rosling waarschuwt voor tunnelvisie: experts kunnen verblind raken door hun eigen discipline. Alleen een multidisciplinaire blik brengt evenwicht.


9. Het zondebokinstinct

We zoeken graag een schuldige bij problemen: een corrupte leider, een buitenlandse mogendheid, een slecht beleid. Maar veel problemen zijn systeemgebonden — en vragen dus om nuance, niet verontwaardiging.


10. Het urgentie-instinct

“Doe iets NU!” roept de media. Maar haast is een slechte raadgever. Deze reflex werkte ooit als overlevingsmechanisme, maar leidt in moderne tijden vaak tot paniek en ondoordachte beslissingen. Rosling pleit juist voor kalmte, analyse en handelen op basis van feiten.




Wat het boek bijzonder maakt, is Roslings stijl. Hij schrijft helder, met veel gevoel voor humor en zelfrelativering. Hij geeft eerlijk toe waar hij zelf mis zat of fouten maakte in zijn denken. Grafieken, illustraties en data uit zijn Gapminder-project maken complexe informatie visueel toegankelijk. De lezersquiz en talrijke anekdotes zorgen ervoor dat je als lezer actief meedoet in het proces van bewustwording. Hieronder een voorbeeld van een grafiek waarop de levensverwachting wordt aangeven. Elke bol stelt een land voor. De kleuren geven aan tot welk werelddeel het behoort.


ree

Wat Hans Rosling met Feitenkennis bereikt, gaat verder dan het aanreiken van statistische feiten of optimistische grafieken. Dit is geen pleidooi voor naïef optimisme, natuurlijk kent de wereld grote uitdagingen. Denk maar aan de uitdagingen van de klimaatverandering. Toch vond ik het interessant om eens echt de cijfers te zien. Zijn boek is in wezen een pleidooi voor intellectuele eerlijkheid. Het confronteert ons met onze eigen vooroordelen en denkfouten, en leert ons de wereld met meer nuance te bekijken. In een tijd waarin meningen en emoties vaak zwaarder wegen dan feiten, is dat geen overbodige luxe. Zoals ook Johan Braeckman in zijn werk benadrukt, begint kritisch denken bij het besef dat onze kennis beperkt en feilbaar is. Feitenkennis belichaamt precies dat inzicht: het nodigt de lezer uit om sceptischer te worden tegenover wat vanzelfsprekend lijkt — in de media, in gesprekken, maar ook in het eigen hoofd.


Hieronder zie Hans Rosling in zijn typische stijl aan het werk.



 
 
 

Opmerkingen


Write a title here. Click to edit and add your own.

This is a paragraph area where you can add your own text. Just click “Edit Text” or double click here to add your own content and make changes to the font. It's a great place to tell a story about your business and let users know more about you.

bottom of page