De Asielloterij (2023) Ruud Koopmans
- Wouter Vanderstraeten
- 15 okt
- 2 minuten om te lezen

In De asielloterij onderzoekt socioloog Ruud Koopmans het Europese asielbeleid. Hij laat zien dat het systeem veel tekortkomingen heeft en doet voorstellen voor een fundamentele hervorming. Zijn uitgangspunt is een beleid dat zowel humaan als effectief is en dat de politieke verdeeldheid rond migratie overstijgt.
Waarom het Europese asielstelsel tekortschiet
Koopmans gebruikt de term “asielloterij” om het willekeurige karakter van het huidige systeem te beschrijven. Volgens hem:
eist het veel levens door gevaarlijke routes;
sluit het de zwaksten uit, zoals vrouwen, kinderen en ouderen;
hangt de kans op asiel te veel af van geografie en politieke keuzes;
worden landen van eerste opvang, zoals Libanon en Jordanië, in de steek gelaten;
raakt de opvang- en integratiecapaciteit in Europa overbelast;
leidt dit tot spanningen rond veiligheid en versterkt migratiekritische partijen;
maakt Europa kwetsbaar voor chantage door autoritaire leiders zoals Erdoğan en Loekasjenko.
De politieke ontstaansgeschiedenis van de vluchtelingencrisis
Koopmans legt uit dat de Arabische Lente, de opkomst van IS en het gebrek aan humanitaire hervestiging de crisis verergerden. Ad-hocmaatregelen, zoals de EU-Turkijedeal en de sluiting van de Balkanroute, boden slechts tijdelijke oplossingen. Ook de rol van landen als Griekenland, Hongarije en Duitsland was cruciaal.
Aanvankelijk waren werkgevers optimistisch over de economische bijdrage van vluchtelingen. Toch verliep integratie op de arbeidsmarkt moeizaam. Veel vluchtelingen bleven afhankelijk van sociale uitkeringen en hun vaardigheden sloten vaak niet aan bij de noden van de arbeidsmarkt.
Koopmans wijst op incidenten waarbij asielzoekers betrokken waren bij aanslagen. Tegelijkertijd groeit rechts-extreem geweld als tegenreactie. Hij pleit voor betere screening en intensievere samenwerking tussen veiligheidsdiensten.
Statistieken tonen dat jonge mannelijke asielzoekers oververtegenwoordigd zijn in misdaadcijfers. Koopmans noemt verblijfsstatus, uitzichtloosheid en culturele factoren als belangrijke oorzaken. Snelle en duidelijke procedures zijn volgens hem essentieel om criminaliteit te beperken.
De opvang van Oekraïense vluchtelingen verliep relatief soepel. Dat kwam volgens Koopmans door hun geografische nabijheid, hogere opleidingsniveau en snelle toegang tot werk en onderwijs. Hij waarschuwt wel voor dubbele standaarden, maar erkent ook reële verschillen.
Naar een realistisch alternatief
Koopmans stelt een alternatief asielbeleid voor:
Humanitaire contingenten: vooraf geselecteerde vluchtelingen uit opvangregio’s;Uitzonderingen voor buurlanden zoals Oekraïne;
Humanitaire visa voor individueel vervolgden;
Legale economische migratie afgestemd op de arbeidsmarkt;
Effectieve terugname-akkoorden met herkomstlanden;
Australisch model: asielprocedures buiten Europa, met alleen legale toegang;
Reguleerbaar systeem: duidelijke quota, wederkerigheid en samenwerking met derde landen.
Internationaal kader: de Conventie van Genève
De Conventie van Genève (1951) beschermt vluchtelingen en bepaalt dat ze niet mogen worden teruggestuurd naar gevaarlijke landen (non-refoulement). Koopmans stelt dat het huidige beleid deze geest ondermijnt, omdat bescherming vooral wordt verleend aan wie Europa bereikt, niet aan wie het het hardst nodig heeft. Hij pleit voor hervorming binnen de conventie, met procedures buiten Europa en legale toegang voor erkende vluchtelingen.
Vijfpuntenplan
Koopmans formuleert een concreet beleidsvoorstel:
Asielintake in de regio;
Jaarlijkse quota per EU-lidstaat;
Effectieve terugname-akkoorden;
Strengere grensbewaking;
Economische samenwerking met herkomstlanden om migratiedruk te verlagen.
Aanvullende inzichten uit een interview
In een interview met De Nieuwe Wereld legt Koopmans uit dat het huidige systeem vooral jonge, sterke mannen bevoordeelt die de middelen hebben om Europa te bereiken. Kwetsbare groepen blijven achter. Hij pleit voor hervestiging via vooraf geselecteerde contingenten, samenwerking met derde landen en democratische controle via jaarlijkse quota. Migratiebeleid vraagt volgens hem altijd om keuzes, politieke moed en morele helderheid.



Opmerkingen